Partij voor de Dieren, Volt en de PVV (7,2 procent) deden het beter dan bij de vorige Europese verkiezingen in 2019. De VVD (8,2 procent) en Forum voor Democratie (1,9 procent) verliezen ten opzichte van de vorige keer. Ook de combinatie GroenLinks-PvdA behaalde een lager percentage dan de twee partijen vijf jaar geleden los van elkaar. NSC (1,6 procent) en BBB (1,0 procent) deden vijf jaar geleden nog niet mee.

GroenLinks-PvdA is op vrijwel alle stemlocaties de grootste. Alleen op sommige locaties in Nieuw-West en Noord stemden meer mensen op de PVV. Omgerekend naar wijken is de combinatie GroenLinks-PvdA overal in de stad de grootste. Kijken we naar de tweede partij per wijk, dan doen de PVV en de VVD het goed aan de randen van de stad en D66 en Partij voor de Dieren meer naar het centrum.

De opkomst was in Amsterdam met 46,9 procent hoger dan de 45,3 procent die in 2019 naar de stembus ging. Wat opvalt: de opkomst is ook hoger dan die bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen (2022, 46,6 procent). Dat is voor het eerst.

De opkomst is niet overal in de stad even hoog. In het centrum gaan relatief veel Amsterdammers stemmen, in Zuidoost en Nieuw-West minder. In sommige wijken is de opkomst (veel) hoger dan 100 procent omdat mensen daar bijvoorbeeld kunnen stemmen op een station of in een grote tent. Andersom kan de opkomst laag zijn als voor relatief veel bewoners het dichtstbijzijnde stembureau net in een andere wijk ligt.