Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Wonen in cijfers

Hoe en waar wonen Amsterdammers? Waar gaan ze heen wanneer ze verhuizen? En wie komen er naar Amsterdam toe?

Woningvoorraad in 2022 met 18.000 woningen toegenomen

De Amsterdamse woningvoorraad groeit en telt 474.735 woningen op 1 januari 2023. Sinds 2015 is er een constant hoge nieuwbouwproductie van meer dan 5.000 woningen per jaar. In 2022 werd een recordaantal nieuwbouwwoningen opgeleverd van 8.383 woningen. Met de toevoeging van Weesp in 2022 is de woningvoorraad in Amsterdam bijna 10.000 woningen groter geworden. Alles bij elkaar genomen is de woningvoorraad in 2022 daarmee met bijna 18.000 woningen toegenomen.

Particuliere vrije sectorverhuur groeit al jaren

Ongeveer 30 procent van de woningvoorraad in Amsterdam is een koopwoning. De overige woningen worden verhuurd; 48 procent van de woningvoorraad wordt in het sociale segment verhuurd en 23 procent in de vrije sector. Woningen met een huurprijs tot €752 per maand, in 2021, vallen in het sociale segment, daarboven begint de vrije sector. De woningen in dit segment worden vooral door particuliere verhuurders aangeboden, namelijk 19 procent en 4 procent door corporaties. Deze particuliere vrije sectorwoningen vormen een steeds belangrijker deel van de woningvoorraad; in 2013 ging het nog maar om 8 procent.

Verhuizen in de Metropoolregio

Jaarlijks verhuizen er bijna 36.000 mensen vanuit andere gemeenten in Nederland naar Amsterdam toe. Een deel van deze instroom komt uit omliggende gemeenten zoals Amstelveen (2.500), Almere (1.400), Haarlem (1.300), Zaanstad (1.200) en Haarlemmermeer (1.400). In totaal vertrekken er weer ongeveer 37.000 mensen uit Amsterdam naar andere gemeenten in Nederland. Hierin spelen de regiogemeenten een veel grotere rol, de omliggende gemeenten Amstelveen (2.700), Almere (2.400), Haarlem (2.300), Zaanstad (2.200) en Haarlemmermeer (2.000) ontvangen meer Amsterdammers dan er inwoners naar toe vertrekken.

Bewoners koopwoningen meest tevreden

Over het algemeen zijn Amsterdammers tevreden met hun woning, maar woononderzoek WiMRA laat zien dat de tevredenheid tussen 2019 en 2021 wel wat afnam. Het rapportcijfer dat huishoudens hun eigen woning geven ging van een 7,8 naar een 7,7. Dit is mogelijk het gevolg van de coronaperiode waarin het onderzoek werd uitgevoerd, toen bewoners meer thuis waren en mogelijk meer last hadden van tekortkomingen als een krappe woning.

Gemiddeld genomen zijn bewoners van koopwoningen een stuk tevredener met hun woning dan huurders, 8,3 versus 7,2. Huurders in de vrije sector geven een 7,6 en sociale huurders een 7,1. Dit patroon zorgt voor een gemiddeld hogere woningtevredenheid in gebieden waar veel koopwoningen zijn en een lagere tevredenheid in delen van de stad met veel sociale huurwoningen. In Slotermeer-Zuidwest, Volewijck en Bijlmer-Centrum zijn huishoudens met een 6,9 het minst tevreden met hun woning.

Meer over woontevredenheid is te lezen in de Staat van de Stad en de WiMRA.