Vaker zakkenrollerij tijdens bezoekerspieken

Volgens de politiecijfers komt zakkenrollerij in Amsterdam gemiddeld het vaakst voor in april en augustus. Dit loopt ongeveer gelijk met de bezoekerspieken in Amsterdam gedurende het jaar. Het minst vaak komt zakkenrollerij voor in februari, juni en september. De registraties van straatroof laten een minder duidelijk patroon zien dan de registraties van zakkenrollerij. In 2019 nam het aantal geregistreerde straatroofincidenten in de laatste drie maanden van het jaar toe.

Meestal slachtoffer in eigen buurt of ergens anders in Amsterdam

Politiecijfers tonen dat zakkenrollerij en straatroof veel voorkomen in het Centrum en Zuidoost. Volgens de Veiligheidsmonitor was het aandeel dat slachtoffer werd in de eigen buurt ook het hoogst in deze gebieden. Behalve in de eigen buurt (43 procent) werd een groot deel van de slachtoffers ergens anders in de woonplaats slachtoffer (38 procent).

Daarnaast blijkt dat de meeste slachtoffers slachtoffer werden op straat, in horeca of in het openbaar vervoer. Wel zijn er verschillen naar leeftijd: zo werden jongeren (jonger dan 35 jaar) vaker slachtoffer in een horecagelegenheid, terwijl oudere respondenten (35 jaar en ouder) vaker slachtoffer werden op straat. Ook blijkt dat zakkenrollerij vaker voorkomt op plekken waar het druk is. Straatroof komt ook voor op minder drukke plekken.

Slachtoffers vaak hoogopgeleide vrouwen jonger dan 35 jaar

In vergelijking met respondenten die niet slachtoffer werden van zakkenrollerij of straatroof, zijn slachtoffers vaker vrouw, vaker jonger dan 35 jaar en iets vaker hoogopgeleid. Vooral de groep hoogopgeleide vrouwen jonger dan 35 jaar valt op. Van de slachtoffers behoorde bijna één op de vijf tot deze groep (19 procent; tegenover 11 procent van de niet-slachtoffers).

Meeste respondenten schatten kans op zakkenrollerij of beroving (heel) klein in

De meeste respondenten van de Veiligheidsmonitor 2019 schatten de kans om in de komende 12 maanden zelf slachtoffer te worden van zakkenrollerij of beroving (heel) klein in. Respondenten die slachtoffer zijn geweest van straatroof of zakkenrollerij achten de kans groter (opnieuw) slachtoffer te worden dan respondenten die niet slachtoffer zijn geweest (15 procent tegenover 4 procent voor zakkenrollerij; 10 procent tegenover 4 procent voor beroving). Voor de ingeschatte kans op zakkenrollerij maakt het daarbij uit hoe lang geleden zij slachtoffer werden. Recente slachtoffers (in de afgelopen 12 maanden), schatten de kans om opnieuw slachtoffer te worden groter in dan minder recente slachtoffers. De geschatte kans op beroving verschilt niet of nauwelijks tussen recente en minder recente slachtoffers.

Slachtoffers van straatroof laten vaker waardevolle spullen thuis dan niet-slachtoffers

Drie van de tien Amsterdammers die meededen aan de Veiligheidsmonitor in 2019 (29 procent) geven aan vaak waardevolle spullen thuis te laten om diefstal of beroving op straat te voorkomen, 37 procent van de respondenten zegt dit zelden te doen. Respondenten die slachtoffer werden van zakkenrollerij of straatroof laten vaker waardevolle spullen thuis dan niet-slachtoffers. Het maakt daarbij niet of nauwelijks uit hoe recent men slachtoffer was.

Geregistreerde incidenten zakkenrollerij en straatroof dalen verder na coronamaatregelen

Een jaar later is het aantal bij de politie geregistreerde incidenten van zakkenrollerij en straatroof nog verder gedaald. Sinds de aanvang van de coronacrisis (half maart tot half mei) daalde het aantal keer dat zakkenrollerij werd geregistreerd bij de politie fors. De afname hangt vermoedelijk samen met de maatregelen om corona tegen te gaan. Zo werd opgeroepen om zo veel mogelijk thuis te blijven en werd de horeca gesloten. Ook het aantal geregistreerde straatroofincidenten nam in deze periode af. Sinds het versoepelen van de maatregelen tegen het coronavirus (half mei tot half juli) neemt het aantal geregistreerde zakkenrollerij -  en straatroofincidenten weer langzaam toe.