Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Achtergronddocument berekening potentiële onderwijsachterstanden 2019/’20

Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) brengt sinds 2017 het aandeel leerlingen met een potentiële onderwijsachterstand per basisschool in beeld voor de afdeling onderwijs van de gemeente Amsterdam. Aan OIS is gevraagd om vanaf schooljaar 2018/ ’19 ook het aandeel potentiële onderwijsachterstandsleerlingen te berekenen op middelbare scholen en onder Amsterdamse peuters.

Om deze potentiële achterstand in kaart te brengen wordt uitgegaan van de sociaaleconomische status van kinderen. De berekeningen worden in het primair en voortgezet onderwijs gebruikt voor het vaststellen van het gemeentelijk subsidiebedrag per school, en om te bepalen welke scholen wel en geen gebruik kunnen maken van de subsidie. Het belang hiervan wordt duidelijk in het huidige coalitieakkoord: We investeren extra in onderwijs, vooral in scholen die dat het hardst nodig hebben. Geld voor achterstandsleerlingen wordt gebruikt voor achterstandsleerlingen. In dit document wordt de berekening nader toegelicht en wordt het aandeel van potentiële onderwijsachterstandsleerlingen en de spreiding hiervan over de stadsdelen in het schooljaar 2019/’20 in beeld gebracht.

Resultaten

De kans op een potentiële onderwijsachterstand is bepaald aan de hand van de sociaaleconomische status (SES) van een leerling.Er zijn twee basisgegevens gebruikt voor de berekening van de SES, namelijk het ouderlijk opleidingsniveau en het huishoudinkomen. De SES-score ligt tussen de 2 en 10 en is een optelsom van de score op deze twee indicatoren.

Ruim een derde van de Amsterdamse leerlingen heeft een potentiële onderwijsachterstand

Ruim een derde van de Amsterdamse leerlingen in het primair onderwijs (35 procent) en het voortgezet onderwijs (37 procent) had een potentiële onderwijsachterstand in het schooljaar 2019/’20.Dit is een lager percentage dan in het vorige schooljaar.Onder alle Amsterdamse peuters(van twee tot vier jaar oud)betreft dit ruim een kwart (28 procent). Ook hier is een daling te zien.Het aandeel leerlingen met een potentiële onderwijsachterstand ligt net als in voorgaande jaren het hoogst in stadsdeel Zuidoost. Na Zuidoost wonen de meeste potentiële onderwijsachterstandsleerlingen in Nieuw-West en Noord. In Zuid en Centrum ligt het aandeel potentiële onderwijsachterstandsleerlingen het laagst.

Contactgegevens

Frederique van Spijker