Expertisenetwerken dementie Stadsdelen Centrum en Zuid
- Publicatie
- juni 2023
In de stadsdelen zijn expertisenetwerken dementie opgezet om zo goed mogelijk zorg te kunnen bieden aan mensen met dementie en hun mantelzorgers. De netwerken bestaan uit verschillende professionals, zoals maatschappelijk werkers, huisartsen, geriaters, wijkverpleegkundigen en casemanagers. Uit een kwalitatieve onderzoek van O&S komt naar voren dat de professionals tevreden zijn over deze samenstelling, maar de samenwerking nog verder kan worden versterkt. Ook vinden de geïnterviewden dat een actueel en duidelijk overzicht van de zorgvoorzieningen ontbreekt. De mensen met dementie en hun mantelzorgers geven aan dat zij tevreden zijn over de kwaliteit van de hulp die zij ontvangen, maar er is ontevredenheid over de lange wachttijden.
Volgens schattingen van O&S waren in Amsterdam in 2022 tussen de 5.400 en 6.400 mensen met dementie. Het aantal mensen met dementie in 2050 zal volgens de prognose tussen de 12.700 en 13.600 liggen, dat betekent een verdubbeling. Vanwege de verwachte toename in het aantal mensen met dementie, werkt de Gemeente Amsterdam aan een ‘Dementievriendelijk Amsterdam’. Daarom is per stadsdeel een expertisenetwerk dementie opgezet bestaande uit professionals vanuit verschillende disciplines die samenwerken rondom mensen met dementie en hun mantelzorgers. O&S heeft in 2022 onderzocht wat de ervaringen van professionals en mensen met dementie en hun mantelzorgers zijn met de zorgvoorzieningen en het netwerk in de stadsdelen Zuid en Centrum.
Prognose mensen met dementie
| Stadsdeel | schatting 2022 | prognose 2030 | prognose 2050 |
|---|---|---|---|
| Centrum | 600-700 | 800-900 | 1.300-1400 |
| West | 1.000-1.200 | 1.200-1.400 | 2.200-2.300 |
| Nieuw-West | 800-900 | 1.000-1.100 | 1.800-1.900 |
| Zuid | 700-800 | 1.000-1.200 | 2.000-2.200 |
| Oost | 600-800 | 900-1.000 | 1.800-1.900 |
| Noord | 1.200-1.400 | 1.400-1.600 | 2.200-2.400 |
| Zuidoost | 500-600 | 700-800 | 1.400-1.500 |
| Amsterdam | 5.400-6.400 | 7.000-8.200 | 12.700-13.600 |
bron: O&S 2022
Voor het aantal mensen met dementie is een range gebruikt, omdat cijfers die gebaseerd zijn op alleen zorgregistraties (minimum) vaak lager zijn dan cijfers geschat op basis van bevolkingsonderzoek (maximum).
Samenstelling en samenwerking expertisenetwerken
Uit het kwalitatieve onderzoek kwam naar voren dat de professionals over het algemeen tevreden zijn over de samenstelling van de expertisenetwerken in de stadsdelen Centrum en Zuid. Maar zij benadrukken dat het essentieel is dat iedereen betrokken is en aanwezig is bij de overleggen. Wel kan het onderlinge contact en de communicatie buiten die bijeenkomsten van het expertisenetwerk om verbeterd worden. Daarbij is het belangrijk om stevige samenwerkingsverbanden op te bouwen, wat nu nog niet altijd lukt omdat de professionals vaak te maken hebben met wisselende samenwerkingspartners.
Groot aanbod, overzicht ontbreekt
Volgens de professionals, mensen met dementie en hun mantelzorgers is er een groot aanbod van voorzieningen. Dit wordt door iedereen fijn gevonden, maar ook vaak ingewikkeld en onoverzichtelijk. Er is dan ook behoefte aan een actueel en duidelijk overzicht van de voorzieningen in Amsterdam. Bovendien worden een aantal voorzieningen gemist, zoals voorzieningen specifiek voor jonge mensen met dementie en voor migrantenouderen, dagbesteding in het weekend, warme maaltijdvoorzieningen, boodschappenservices, vervoer naar dagbestedingslocaties, en voldoende mantelzorgondersteuning (inclusief respijtzorg).
Kwaliteit goed, zorgen over wachttijden
De mensen met dementie en hun mantelzorgers zijn over het algemeen tevreden over de casemanager die hen helpt bij het vinden van geschikte hulp en de kwaliteit van de hulp die zij ontvangen. Maar er is ontevredenheid over de lange wachttijden bij huishoudelijke hulp en de thuiszorg, vinden zij dat er ook te lange wachttijden zijn voor verpleeg- en verzorgingshuizen en willen zij dat de huisarts een meer centrale rol vervult. Uit de interviews is verder gebleken dat de samenwerking tussen de mantelzorgers en de professionals over het algemeen goed gaat.