Het behoud en vertrek van basisschoolleerkrachten in Amsterdam
- Publicatie
- december 2024
De hoge werkdruk in het onderwijs is voor Amsterdamse leerkrachten de belangrijkste reden om het onderwijs te verlaten. Maar ook het gebrek aan afwisseling, uitdaging en flexibiliteit draagt hieraan bij. Aan de andere kant zorgen het plezier in werken met kinderen, de goede band met collega’s en voldoende inspraak op school ervoor dat leraren in het onderwijs blijven. Ook de schooldirectie heeft een belangrijke rol bij het behoud en vertrek van leraren. Leerkrachten die het Amsterdamse onderwijs verlieten en nu elders voor de klas staan, vertrokken vanwege het gebrek aan passende woningen in Amsterdam en de niet toereikende reiskostenvergoeding.
Er is al jaren een tekort aan leerkrachten in het primair onderwijs in Nederland. In de grote steden en met name in Amsterdam groeit dit probleem. Onderzoek & Statistiek onderzocht samen met de Vrije Universiteit waarom leraren uit het Amsterdamse basisonderwijs vertrekken of er juist in blijven werken. We interviewden Amsterdamse leraren, voormalige leraren en leraren die het Amsterdamse onderwijs hebben verlaten en nu elders lesgeven. Verschillende factoren blijken van invloed te zijn op het vertrek en behoud van leerkrachten in het basisonderwijs. Deze factoren hangen vaak met elkaar samen.
Vertrek
De hoge werkdruk is voor leraren de belangrijkste reden om te stoppen in het onderwijs. Ook leerkrachten die nog voor de klas staan, ervaren de werkdruk als hoog. Ze geven aan dat ze in het onderwijs continue ‘aan moeten staan’ en dat ze geen rustmomenten hebben. Werkdruk wordt beïnvloed door: het klassenmanagement, gedragsproblemen van leerlingen, lerarentekorten, de beschikbaarheid van onderwijsondersteunend personeel, persoonlijke omstandigheden en andere taken naast het lesgeven.
Het gebrek aan uitdaging en afwisseling in het werk speelt ook een rol bij het vertrek uit het onderwijs. De leerkrachten geven aan dat lesgeven op een gegeven moment routine wordt. Ook hebben sommige voormalige leraren het onderwijs verlaten omdat er weinig flexibiliteit is. Binnen het onderwijs zijn bijvoorbeeld de werktijden afhankelijk van de schooltijden.
De directie heeft een belangrijke rol bij het vertrek van leerkrachten. De ondervraagde leraren vinden de directie niet altijd geschikt. Volgens hen is er bij de directie soms gebrek aan goed leiderschap en goede communicatie. Verder missen zij betrokkenheid en waardering van de directie. Doordat er veel wordt gewisseld in de directie kunnen de leraren geen band opbouwen met de directieleden. Voormalige leraren zijn negatiever over de directie dan huidige leraren.
Behoud
Scholen kunnen leraren behouden door aan de ene kant deze problemen die zorgen voor hun vertrek aan te pakken. Aan de andere kant zijn er ook factoren waar (voormalige) leraren vooral positief over zijn. Zo zorgt het plezier in het werken met kinderen voor werkgeluk. Dit geldt voor zowel de huidige leerkrachten, als voor de voormalig leerkrachten. Ook dragen goede relaties met collega’s daaraan bij. Een goede samenwerking met collega’s is belangrijk en het is prettig om steun van elkaar te hebben. Daarnaast is het belangrijk dat leraren inspraak hebben over wat er op school en in de klas gebeurt.
De directie kan ook een belangrijke rol spelen bij het behoud van leerkrachten. Het helpt als een directie een positieve houding heeft, hulp biedt, het team meeneemt bij keuzes, vertrouwen geeft en waardering uitspreekt. Daarnaast vinden leraren het belangrijk dat de directie een heldere visie op het onderwijs heeft.
Vertrek uit het Amsterdamse onderwijs
De geïnterviewde leraren die zijn vertrokken uit het Amsterdamse onderwijs maar nog wel elders werkzaam zijn als leraar, waren veelal tevreden met hun baan in Amsterdam. Deze leerkrachten verlieten hun school in Amsterdam vooral vanwege de dure woningmarkt, de hoge reiskosten en de lange reisafstand. Door de dure huizen in Amsterdam lukte het ze niet om in de stad een woning te vinden. Daarom zijn ze verhuisd naar een plek buiten Amsterdam. De reistijd naar hun werk werd langer en de reiskosten liepen op. De reiskostenvergoeding is volgens deze leraren niet toereikend. De langere reistijd brak veel leraren ook op.