Internationale kinderen in de Metropoolregio Amsterdam
- Publicatie
- oktober 2022
De Metropoolregio Amsterdam (MRA) trekt veel migranten vanuit het buitenland. De kinderen van deze gezinnen moeten in Nederland naar school. Amsterdam International Business (AIB) is bezig met een visie op het internationale onderwijs in de MRA voor de komende jaren. Zij hebben aan Onderzoek & Statistiek (O&S) gevraagd om in kaart te brengen hoeveel internationale kinderen er in de verschillende gemeentes van de MRA wonen en naar weke scholen zij gaan. Daarnaast is een inschatting gemaakt van het verwachte aantal kinderen dat voor internationaal kiest in de komende jaren.

In dit rapport staan de volgende onderzoeksvragen centraal:
- Hoeveel internationale kinderen wonen er in de gemeenten van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en hoe heeft dit aantal zich in de afgelopen jaren ontwikkeld?
- Hoeveel internationale kinderen die in Amsterdam wonen kiezen er voor internationaal onderwijs?
- Wat is de verwachting van het aantal kinderen dat de komende jaren in de MRA voor internationaal onderwijs kiest?
- In hoeverre sluit het aanbod van internationale scholen in de MRA de komende jaren aan bij de verwachte vraag naar internationaal onderwijs?
Om de ontwikkeling van het aantal internationale kinderen in de afgelopen jaren in kaart te brengen is in dit rapport gekeken naar de jaren 2013, 2017 en 2019. Daarnaast is een raming gemaakt voor de jaren 2020 tot en met 2030.
Het aantal internationale kinderen in de MRA neemt toe
Tussen 2013 en 2019 is het aantal internationale kinderen van 0 t/m 23 jaar dat in de MRA woont toegenomen met +7,4 procent, van 168.140 naar 180.665 kinderen. In dit onderzoek is voor de definitie van internationale kinderen gekeken naar het geboorteland van het kind en de ouders. De volgende groepen zijn als internationaal gedefinieerd: kinderen die net als beide ouders buiten Nederland zijn geboren, kinderen die net als één ouder buiten Nederland zijn geboren en kinderen die zelf in Nederland zijn geboren en hun ouders buiten Nederland. Deze groepen vormen het grootste deel van de leerlingenpopulatie op internationale scholen.
De verschillen in aantal internationale kinderen tussen de regio’s in de MRA zijn groot. In Amsterdam, Almere, Amstelveen en Diemen wonen relatief de meeste internationale kinderen. In Beemster, Edam-Volendam, Waterland en Bloemendaal is dit aandeel juist het kleinst. Wanneer we de migratieachtergrond van internationale kinderen in beeld brengen dan zien we opnieuw grote verschillen in samenstelling tussen de gemeentes. Gemiddeld in de MRA hebben internationale kinderen het vaakst een Midden-Oosterse of Afrikaanse migratieachtergrond (21 procent), een Marokkaanse migratieachtergrond (19 procent) of een Amerikaanse, Oceanische, Aziatische of overig Europese migratieachtergrond (19 procent).
In Amsterdam neemt het aantal internationale kinderen dat internationaal onderwijs volgt toe
Sinds schooljaar 2013/’14 is het aandeel internationale kinderen in Amsterdam dat voor internationaal onderwijs kiest gestegen. In dezelfde periode is ook het aanbod van internationale scholen in Amsterdam toegenomen. Gemiddeld kiest vijf procent van de internationale kinderen in Amsterdam voor internationaal onderwijs. We hebben alleen de schoolkeuzes van internationale kinderen in Amsterdam in kaart kunnen brengen omdat deze gegevens niet voor de andere gemeenten beschikbaar zijn. De verschillen naar geboorteplek van de kinderen en hun ouders zijn groot. De kinderen die net als hun ouders buiten Nederland zijn geboren kiezen het vaakst voor internationaal onderwijs. Internationale kinderen met een West-Europese migratieachtergrond in Amsterdam volgen het vaakst internationaal onderwijs, gevolgd door internationale kinderen met een Amerikaanse, Oceanische, Aziatische of overig Europese migratieachtergrond (16 procent). In de top-5 herkomstlanden van de Amsterdamse leerlingenpopulatie op internationale scholen staan de Verenigde Staten op de eerste plaats, gevolgd door Groot-Brittannië, Nederland zelf, Frankrijk en India.
Er is in dit onderzoek gekeken naar een brede definitie van internationale kinderen waarbij alleen het geboorteland van het kind en de ouders bepalend zijn. Internationale scholen hanteren aanvullende criteria om toegelaten te worden. Zo moet bijvoorbeeld een van de ouders met een tijdelijk contract in Nederland werkzaam zijn. Op basis van deze – striktere – criteria zal het aandeel internationale kinderen dat voor internationaal onderwijs kiest zeer waarschijnlijk groter zijn.
De vraag naar internationaal onderwijs blijft naar verwachting stijgen, aanbod voorziet hierin
Voor Amsterdam is de verwachting dat het aantal kinderen dat internationaal onderwijs volgt zal toenemen van 2.675 in 2020 naar 3.033 in 2030. Bij de meeste internationale scholen die in Amsterdam gevestigd zijn, zien we een toename van het aantal kindplekken volgens opgave van de school. Het totale aantal kindplekken op de scholen in Amsterdam komt hoger uit dan het verwachte aantal leerlingen binnen het internationaal onderwijs uit Amsterdam. Dat is niet verwonderlijk, omdat de internationale scholen in Amsterdam ook leerlingen trekken die niet in de gemeente wonen, maar elders in de regio. Voor de MRA is de verwachting dat het aantal kinderen dat internationaal onderwijs volgt zal toenemen van 8.011 in 2020 naar 9.476 in 2030. Het aantal beschikbare plekken op internationale scholen – volgens opgave van de scholen zelf – voldoet in de toekomst aan deze verwachte groei. De scholen schatten dat er in 2030 jaar 9.747 plekken beschikbaar zijn binnen het internationaal onderwijs. De raming van het aantal internationale leerlingen komt uit op 9.476; een potentieel overschot van 271 plekken.
Deze raming kent drie belangrijke kanttekeningen. Ten eerste is dat de aanname dat het percentage kinderen dat internationaal onderwijs volgt, in alle MRA-gemeenten gelijk is aan dat van Amsterdam. In de realiteit zal dit percentage niet overal gelijk zijn. Idealiter hadden we voor elke gemeente afzonderlijk de percentages berekend, maar was alleen voor Amsterdamse kinderen de benodigde data beschikbaar. Ten tweede is het deelnamepercentage aan het internationaal onderwijs voor de toekomst gelijk gehouden. Uit de cijfers komt echter naar voren dat een toename van het aantal internationale scholen gepaard ging met een toename van het aandeel kinderen dat internationaal onderwijs volgt. Tot slot is elke prognose onzeker. Dat geldt in sterkere mate voor een prognose die verfijnd is naar migratieachtergrond, zoals in deze raming gebruikt is.