Monitor Sociale Veiligheid openbaar vervoer 2022
- Publicatie
- maart 2023
De ervaren drukte en overlast in het OV, het aantal door vervoerders geregistreerde incidenten en het aantal aangiften met een OV-locatie namen in 2022 toe ten opzichte van een jaar eerder. De stijging is mogelijk het gevolg van toenemende mobiliteit na de coronaperiode.
Bijna alle ondervraagde Amsterdammers (95 procent) maakten in de afgelopen 12 maanden gebruik van het OV in Amsterdam. Een jaar eerder was dit 93 procent. De tram werd de afgelopen 12 maanden het meest gebruikt. Een derde (33 procent) gebruikte de tram minimaal wekelijks. De metro werd door bijna drie op de tien (28 procent) minimaal wekelijks gebruikt en de trein (22 procent) en bus (19 procent) door één op de vijf. Van de respondenten die gebruikmaakten van het OV in Amsterdam, reisde 45 procent ook ’s nachts weleens met het OV.
De meeste reizigers reizen op dezelfde tijdstippen als voor de coronacrisis. Van de respondenten die de afgelopen 12 maanden geen gebruikmaakten van het OV in Amsterdam, maakte 78 procent voor corona ook geen gebruik van het OV. Zij gebruiken vaak een alternatief vervoermiddel en/of voelen zich door corona niet meer prettig in het OV.
Sociale veiligheid gewaardeerd met een 7,6
Amsterdammers beoordelen de sociale veiligheid in het Amsterdamse OV gemiddeld met een 7,6. In 2021 en 2020 was dit een 7,7. Acht op de tien (80 procent) reizigers voelen zich net als in 2021 en 2020 (zeer) veilig. Mannen voelen zich vaker (zeer) veilig dan vrouwen (84 procent tegenover 76 procent). Vrouwen geven vaker aan zich niet veilig, niet onveilig te voelen (21 procent tegenover 12 procent). Het gebrek aan toezicht, groepjes hangjongeren en overlast van mensen onder invloed worden vaak genoemd als redenen voor onveiligheid. Reizigers die zich onveilig voelen noemen Amsterdam Centraal het vaakst als locatie waar zij zich onveilig voelen, gevolgd door Amsterdam Lelylaan, Amsterdam Bijlmer ArenA, de Noord-Zuidlijn en Amsterdam Sloterdijk. Eén vijfde (18 procent) van de reizigers mijdt weleens een halte of traject vanwege een onveilig gevoel. Hierbij wordt de metro en metrostations het meest gemeden. Van de reizigers die weleens ’s nachts reizen, past 47 procent het reisgedrag weleens aan vanwege onveiligheidsgevoelens in of rond het Amsterdamse OV.
Naast geluidsoverlast nog steeds coronagerelateerde overlast in OV
Net als de voorgaande twee jaar ervaren relatief veel reizigers coronagerelateerde overlast in en rondom het OV. Van alle vormen van overlast komt overlast door medereizigers die hoesten of niezen het meest voor (59 procent, was 50 procent in 2021), gevolgd door van medereizigers die geen afstand houden (54 procent, was 67 procent in 2021). Van overlastvormen die niet met corona te maken hebben, komt geluidsoverlast door mobiel bellen opnieuw het meest voor (53 procent, was 49 procent in 2021), gevolgd door andere vormen van geluidsoverlast (48 procent, was 35 procent in 2021). Overlast van dronken mensen, bedelaars, verwarde personen, en rondhangende jongeren of scholieren nam fors toe. Overlast wordt vooral ervaren in de metro en op metrostations. Op deze locaties worden door vervoerders eveneens de meeste incidenten geregistreerd. De meeste incidenten kwamen van NS en GVB. Bij beide vervoerders komt overlast - net als eerdere jaren - het meest voor, gevolgd door optreden bij betalingsproblemen. In de periode september 2021 tot en met augustus 2022 werden bij GVB 16 procent meer incidenten geregistreerd in Amsterdam dan in dezelfde periode een jaar eerder. Ook de NS registreerde meer incidenten (+22 procent).
Aangiften met OV-locatie sterk gestegen
Vergelijkbaar met eerdere jaren denkt 45 procent van de reizigers dat criminaliteit in het OV niet of (zeer) weinig voorkomt. Het merendeel van de reizigers schat bovendien de kans om in de komende 12 maanden zelf slachtoffer te worden van zakkenrollerij, beroving of mishandeling (heel) klein in. Toch neemt het aandeel dat de kans klein schat sinds 2020 voor alle drie de vormen af.
Zes procent van de reizigers zegt slachtoffer te zijn geworden van een of meer vormen van criminaliteit, zoals bedreiging zonder wapen (2 procent), diefstal/zakkenrollerij zonder geweld (2 procent), seksueel geweld (1 procent) en mishandeling (1 procent). Reizigers in het Amsterdamse OV die aangeven slachtoffer te zijn geworden van een ander misdrijf (2 procent) noemen met name verbale agressie - zoals uitschelden en racistische opmerkingen -, en (seksuele) intimidatie. De meeste misdrijven kwamen voor in de metro of op metrostations.
In de maanden september 2021 tot en met augustus 2022 kwamen in totaal 2.247 aangiften bij de politie binnen met een OV-locatie. Dit is een sterke stijging (+47 procent) ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder, toen dit er 1.526 waren. Deze stijging komt voornamelijk door een stijging van aangiften van overige vermogensdelicten, zakkenrollerij en diefstal van brom-/ snor-/ fietsen. Opvallend is de stijging in het aantal aangiften van mishandeling, het hoogste aantal sinds 2017. Hoewel het aantal aangiften is gestegen ten opzichte van de afgelopen twee jaar, is dit aantal nog lager dan voor de coronaperiode. Verreweg de meeste voorvallen met een aangifte vonden plaats op of rondom het treinstation, gevolgd door een tram/bushalte, de metro en het metrostation.
De stijging in het aantal aangiften is mogelijk het gevolg van toenemende mobiliteit na de coronaperiode. Hierdoor is er weer gelegenheid gekomen voor bepaalde vormen van criminaliteit, zoals zakkenrollers en fietsendieven. Vanwege de toegenomen mobiliteit worden er waarschijnlijk weer meer fietsen gestald op plaatsen waar deze makkelijk ontvreemd kunnen worden, zoals stations. Ook zijn er weer meer, voor zakkenrollers aantrekkelijke, drukbezochte OV-locaties.
Meeste reizigers voelen zich veiliger door toezichthouders
Drie op de vijf reizigers (58 procent) weet dat er in het Amsterdamse OV gesurveilleerd wordt door mensen in uniform. Dat is een lichte daling ten opzichte van 2021 (64 procent) en eerdere jaren. De helft (49 procent) van de reizigers heeft de surveillanten ook daadwerkelijk gezien. In 2020 was dit nog 56 procent en voor corona, in 2019 en 2018 respectievelijk 57 procent en 60 procent. Het grootste deel van de reizigers (75 procent) voelt zich een beetje of veel veiliger in het Amsterdamse OV door de aanwezigheid van toezichthouders. 14 procent voelt zich niet veiliger door de aanwezigheid van toezichthouders.
Helft reizigers past reisgedrag weleens aan vanwege drukte in het OV
Driekwart van de reizigers vindt het te druk in het OV, waarvan 22 procent veel te druk. Daarmee is de ervaren drukte in het OV weer gelijk aan voor de coronapandemie (2019). Vrouwen vinden het vaker dan mannen te druk in het OV (80 procent tegenover 70 procent). Bijna de helft (46 procent) van de reizigers heeft het idee dat de drukte in het Amsterdamse OV in de afgelopen 12 maanden is toegenomen, een op de vijf (19 procent) geeft aan dat het gelijk is gebleven en volgens 4 procent is de drukte afgenomen. Een derde (31 procent) zegt het niet te weten.
Ruim twee op de vijf (43 procent) reizigers zeggen zich weleens onveilig te voelen door de drukte in het OV, waarvan 7 procent vaak. Dit is minder dan in 2021 toen 48 procent zich door drukte vaak of soms onveilig voelde, maar meer dan voor de coronapandemie (38 procent in 2019). Onder andere de coronapandemie, waarbij werd aangeraden om voldoende afstand te houden, kan zorgen voor een andere beleving van drukte. Vrouwen voelen zich vaker onveilig door drukte in het OV dan mannen (54 procent tegenover 32 procent vaak/soms).
De helft van de reizigers past hun reisgedrag weleens aan vanwege drukte in het OV, 45 procent doet dit nooit. Bijna een kwart pakt een ander vervoermiddel (23 procent) of gaat vroeger weg om drukte te vermijden (23 procent). Een op de vijf (21 procent) gaat juist later weg om drukte te vermijden en 6 procent blijft thuis. 7 procent past het reisgedrag op een andere manier aan: ze pakken bijvoorbeeld de fiets of gaan lopen als dat mogelijk is of wachten op de volgende bus, tram of metro wanneer deze te vol is.