Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Monitor Voedsel

Voedsel raakt op verschillende vlakken aan brede welvaart. Wat we eten heeft het invloed op onze CO2-uitstoot, het milieu en onze gezondheid. De gemeente Amsterdam streeft naar een gezonder, eerlijker en duurzamer voedselsysteem om zo de brede welvaart te verbeteren. Deze voedselstrategie heeft verschillende doelen: eerlijk en betaalbaar voedsel, het tegengaan van verspilling, hergebruik van organisch afval, een gezondere voedselomgeving, meer stadslandbouw en duurzaam voedsel uit de regio, (innovatief) ondernemerschap en een meer plantaardig dieet.

Downloads

Toon meer

O&S heeft onderzocht hoe we de voortgang van de voedselstrategie kunnen volgen. Zo zijn verschillende indicatoren in beeld gebracht die gebruikt kunnen worden om de veranderingen te volgen. Deze staan beschreven in zes afzonderlijke rapporten. In dit artikel worden de doelstellingen uitgelicht.

Meer plantaardig

Voedsel is een van de grootste materiaalstromen die Amsterdam kent. Het heeft een grote ecologische voetafdruk. Volgens het PBL zorgt de Nederlandse voedselconsumptie voor ongeveer 12 procent van de totale CO2 uitstoot van Nederland.

Een manier om de milieudruk van ons voedsel te verlagen is door minder dierlijke eiwitten te eten. Dat is ook gezonder. Amsterdammers halen nu 52 procent van hun eiwitten uit dierlijke producten, zoals vlees, vis en zuivel. De overige 48 procent halen zij uit eiwitrijke plantaardige producten zoals granen, peulvruchten, en noten. Het doel is om het aandeel van eiwitten uit dierlijke producten te verlagen naar 40 procent. Het aandeel uit plantaardige producten moet dan worden verhoogd naar 60 procent.

Minder verspilling

Daarnaast kunnen we de brede welvaart verbeteren door minder voedsel te verspillen. We gooien in Amsterdam veel voedsel onnodig weg. Dat komt bijvoorbeeld doordat er te veel wordt ingekocht of voedsel verkeerd wordt bewaard. In totaal verspillen we 162 kiloton voedsel per jaar. In de horeca wordt 40 kiloton verspild. Huishoudens verspillen 49 kiloton. Door bewuster in te kopen en beter op de houdbaarheidsdatum te letten kunnen huishoudens hun CO2-eq uitstoot verlagen. Elke kilo verspilling in de categorie vlees of zuivel die we voorkomen, maakt al een groot verschil.

Meer regionaal

Voedsel uit de regio kan de brede welvaart in Amsterdam ook positief beïnvloeden. Regionaal voedsel is vaak duurzamer omdat het een beperkt aantal kilometers aflegt. Een kleinere afstand tussen producent en consument kan ook bijdragen aan bewustere consumptiekeuzes, zoals seizoensgebonden of biologische producten.

Uit een eerste inschatting van O&S blijkt dat 11 procent van de voedselconsumptie van Amsterdammers afkomstig is uit de vier omliggende provincies en 15 procent uit Nederland. Het is niet bekend welk deel hiervan duurzaam geproduceerd is (bijv. biologisch of uit volle grond). Amsterdammers hebben interesse in regionaal en duurzaam voedsel. 8 procent zegt vaak rechtstreeks producten van de boer te kopen. 47 procent geeft aan vaak seizoensgebonden groenten te kopen. Daarnaast wil 50 procent (meer) biologisch eten.

Minder ongezond voedsel op straat

Gezond eten is niet vanzelfsprekend of altijd makkelijk. Maar liefst 84 procent van de voedselaanbieders heeft een overwegend ongezond aanbod. Ruim de helft van Amsterdammers eet wekelijks of vaker fastfood.

Uit onderzoek van O&S blijkt dat Amsterdammers met een laag inkomen minder vaak aan de normen voor fruit, groenten en meergranen- of volkorenproducten voldoen. Uit onderzoek van het CBS blijkt dat bijna een kwart van de Nederlanders met een laag inkomen zegt te weinig geld te hebben voor gezonde producten. Dit zien we ook terug in Amsterdam. Ruim een op de drie Amsterdamse minimahuishoudens heeft regelmatig te weinig geld voor een gezonde maaltijd. Dat is ongeveer 9 procent van de Amsterdamse huishoudens.

De omgeving speelt een rol in de toegankelijkheid van voedsel. Voedselkeuzes zijn vaak een kwestie van gewoontegedrag en zijn ontvankelijk voor prikkels uit de omgeving. De GGD heeft eerder onderzoek gedaan naar het voedselaanbod op straat in Amsterdam.

Daaruit blijkt dat gemiddeld genomen zo’n 84 procent van het aanbod op straat (zeer) ongezond is. Het doel is om dit te verlagen naar maximaal 55 procent in 2040. In sommige stadsdelen, zoals Zuidoost, is het aanbod zeer ongezond hoger dan gemiddeld. Uit de O&S enquête blijkt dat met name in Zuidoost meer dan gemiddeld in de stad fastfood wordt gegeten.

Sociale voedselinitiatieven

In de stad zijn verschillende voedselinitiatieven die proberen bij te dragen aan de verandering van het huidige traditionele voedselsysteem. O&S heeft zo’n 600 van deze voedselinitiatieven in beeld gebracht. Maar waarschijnlijk zijn er nog meer initiatieven. Deze initiatieven variëren van (buurt)moestuintjes tot commerciële circulaire initiatieven en van buurtkeukens tot voedselhulporganisaties. De initiatieven jagen verandering aan in de voedseltransitie.

Driekwart van de Amsterdammers vindt dat de verschillende voedselinitiatieven in de stad invloed hebben op de samenleving. Ongeveer de helft vindt dat initiatieven ervoor zorgen dat voedsel terechtkomt bij mensen die dat nodig hebben. Ook vinden inwoners dat ze voor een duurzamere stad (en wereld) zorgen en de stad leuker en socialer maken.

Bepaalde groepen in de stad nemen vaker deel aan de voedselinitiatieven. Dat zijn jongvolwassenen, hbo- en wo-opgeleiden en vrouwen. Deze groepen tonen ook relatief veel interesse in relevante onderwerpen binnen de voedseltransitie. Zij willen vaak minder vlees eten en meer biologisch en gezonder eten. Ook minima zijn vaker dan gemiddeld deelnemers van de voedselinitiatieven. Voor deze groep is de toegang tot goedkoop en gezond voedsel vaak een reden om deel te nemen. Ook dit is onderdeel van een eerlijker, gezonder en duurzamer voedselsysteem.