Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Nederlandstalige laaggeletterden in Amsterdam

In Amsterdam is naar schatting 16 procent van de personen tussen de 16 en 65 jaar laaggeletterd, ruim 100.000 personen (cijfers 2020). Zij hebben moeite met lezen en schrijven en kunnen daarom niet optimaal deelnemen aan de samenleving. Onder deze groep bevinden zich veel eerste generatie migranten. Nederlands is vaak niet hun eerste taal en het aanbod voor laaggeletterden houdt daar rekening mee. Nederlandstalige laaggeletterden worden over het algemeen minder goed bereikt. Er is ook niet goed zicht op de omvang van deze groep. Naar aanleiding van een raadsmotie over deze groep heeft WPI aan OIS gevraagd inzicht te geven in de omvang van de groep Nederlandstalige laaggeletterden.

Opzet en focus van het onderzoek

Dit onderzoek focust op de groep Nederlandstalige laaggeletterden. Het doel van het onderzoek is om de omvang van deze groep in kaart te brengen in Amsterdam en in de Amsterdamse stadsdelen. Daarbij hebben we bijzondere aandacht voor de situatie in stadsdeel Noord. Het onderzoek is uitgevoerd in vier fases:

  1. een literatuurstudie, met een focus op de groep Nederlandstalige laaggeletterden;
  2. de actualisatie van de cijfers van laaggeletterdheid in de Amsterdamse stadsdelen;
  3. de schatting van de groep Nederlandstalige laaggeletterden in Amsterdam en in de stadsdelen;
  4. de beschrijving van de groep laaggeletterden in Amsterdam Noord, in het bijzonder de groep Nederlandstaligen onder hen.

Cijfers die tot dan toe beschikbaar waren over laaggeletterden in Amsterdam zijn gebaseerd op een internationaal onderzoek uit 2012 (de gegevens uit het ‘Programme for the International Assessment of Adult Competencies’, oftewel PIAAC) en geschat aan de hand van een uitvoerig schattingsmodel voor de bevolkingsopbouw in Amsterdam in 2012 en 2020. Voor de stadsdelen zijn de laatst bekende cijfers van 2012. Het PIAAC-onderzoek wordt op dit moment herhaald en zal gebruikt worden om nieuwe cijfers over Amsterdam (en mogelijk de stadsdelen) te genereren. In afwachting hiervan was behoefte aan nieuwe cijfers. Dat doen we met gesimplificeerde schattingsmodellen, waarbij we uitgaan van de factoren die in de literatuur naar voren komen als degenen die het meest samenhangen met laaggeletterdheid, te weten opleidingsniveau, inkomen, geboorteland en leeftijd.

Nieuw aan dit onderzoek is de focus op de groep Nederlandstalige laaggeletterden. De afbakening van deze groep was onderdeel van het onderzoek en op basis van inzichten uit de literatuur zijn we gekomen tot een aantal categorieën die we als Nederlandstalig beschouwen:

  • personen die in Nederland zijn geboren;
  • personen die zijn geboren in een van de voormalige Nederlandse koloniën (Suriname, Nederlands-Indië en de ABCS-eilanden);
  • personen die in het buitenland zijn geboren, wiens ouders in Nederland zijn geboren,
  • personen die 0 t/m 12 jaar waren bij hun vestiging in Nederland. Deze Amsterdammers hebben minstens enkele jaren onderwijs in Nederland gevolgd vanwege de leerplicht.

Schattingen laaggeletterden per stadsdeel lopen uiteen

We werken met vier schattingen die tot uiteenlopende resultaten leiden. Elke schatting richt zich op andere factoren die correleren met laaggeletterdheid, op basis van de literatuur kunnen niet alle factoren in relatie tot elkaar worden bekeken. Met de eerste schatting kijken we naar de ontwikkeling van de groep met een lage sociaaleconomische score sinds 2012. Volgens deze schatting is het percentage laaggeletterden in Amsterdam licht gedaald van 18 procent naar 17 procent. Ook in de meeste stadsdelen is sprake van een daling, alleen in stadsdeel Centrum zien we een lichte stijging. Relatief lijkt het percentage laaggeletterden in Noord het meest te zijn gedaald.

De tweede schatting vult de eerste aan door ook rekening te houden met de ontwikkeling van de groep eerste generatie migranten, en specifiek de groep met een lage SES. Volgens deze tweede methode is in Amsterdam sprake van een stijging van het percentage laaggeletterden, vooral in Centrum, Oost en Noord.

De twee overige schattingen zijn gebaseerd op de landelijke verdeling van laaggeletterden naar opleidingsniveau en naar leeftijd. Met beide schattingen komen we uit op een (sterke) daling van het percentage laaggeletterden in Amsterdam. We weten echter uit eerder onderzoek dat alleen opleidingsniveau of leeftijd niet goed kunnen verklaren waarom Amsterdam een relatief grote populatie laaggeletterden heeft. De aanwezigheid van een grote groep eerste generatie migranten is daarin veel meer bepalend. Toch gebruiken we deze schattingen omdat ze inzicht geven in de rol die opleidingsniveau en leeftijd spelen in de Amsterdamse cijfers voor laaggeletterdheid.

Op basis van de verschillende schattingen komen we uit op aantallen per stadsdeel. Dat levert een brede bandbreedte, waarbij vooral moet worden gekeken naar de trend ten opzichte van de cijfers van 2012. Dan zien we grofweg een stabiel beeld in Centrum, West en Nieuw-West, een daling in Zuidoost en een stijging van het aantal laaggeletterden in Zuid, Oost en Noord.

Naar schatting 37.000 tot 49.000 Nederlandstalige laaggeletterden in Amsterdam

Na de afbakening van de groep Nederlandstaligen onder de bevolking was de volgende stap om te bepalen wie binnen deze groep laaggeletterd is. Dat hebben we gedaan op basis van de verdeling van laaggeletterdheid naar opleidingsniveau en leeftijd. We hebben eerder aangegeven dat we de totale groep laaggeletterden in Amsterdam niet uitsluitend kunnen schatten op basis van leeftijd en opleidingsniveau, omdat de cijfers in de hoofdstad sterk worden beïnvloed door de grote groep eerste generatie migranten. Voor de schatting van de groep Nederlandstalige laaggeletterden, waaronder voornamelijk mensen die in Nederland zijn geboren, vormen opleidingsniveau en leeftijd echter wel relevante en bruikbare aanknopingspunten. Onder die groep zien we bij deze twee factoren de meeste samenhang met laaggeletterdheid.

Met deze methode is het resultaat dat tussen de acht en elf procent van de Nederlandstalige Amsterdammers tussen 16 en 65 jaar laaggeletterd zou zijn. Omgerekend is tussen de zes en acht procent van de Amsterdammers in die leeftijdsgroep Nederlandstalig en laaggeletterd, wat neerkomt op 37.000 volgens de ene schatting en 48.900 Amsterdammers volgens de andere schatting.

Schatting aantal laaggeletterden onder de Nederlandstalige bevolking van 16 t/m 65 jaar op basis van de landelijke verdeling van laaggeletterdheid naar opleidingsniveau en naar leeftijdsgroepen, naar stadsdeel, 2020 (absolute aantallen, afgerond)

Schatting aantal laaggeletterden onder de Nederlandstalige bevolking van 16 t/m 65 jaar op basis van de landelijke verdeling van laaggeletterdheid naar opleidingsniveau en naar leeftijdsgroepen, per stadsdeel

Deze substantiële groep is bovendien in elk stadsdeel vertegenwoordigd. In de stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost is het percentage Nederlandstalige laaggeletterden iets hoger dan gemiddeld in de stad wanneer we kijken naar opleidingsniveau. Op basis van de verdeling naar leeftijd wonen juist in stadsdeel Centrum iets meer Nederlandstalige laaggeletterden.

(Nederlandstalige) laaggeletterden in Amsterdam Noord

Volgens alle schattingsmethodes wonen in Noord relatief veel laaggeletterden (schattingen lopen uiteen tussen de 15 procent en 32 procent). Ook is naar schatting acht procent van de inwoners van Noord Nederlandstalig en laaggeletterd, oftewel de bovengrens van het stedelijk gemiddelde. Omgerekend gaat het om ongeveer 6.500 personen. De helft van hen is laagopgeleid en bijna zes op tien is 45 jaar of ouder. Zoals eerder beschreven is het totale aandeel laaggeletterden in Noord de afgelopen jaren gedaald. In de periode van 2012 tot 2020 zijn meer hoger opgeleiden en jonge mensen in Amsterdam Noord gaan wonen. Dit kan een verklaring zijn voor de afname in het geschatte percentage laaggeletterden. In absolute aantallen is de groep laaggeletterden in Noord wel naar verwachting gesteven.