Ondervertegenwoordigd Amsterdam
- Publicatie
- januari 2025
In Amsterdam is er, net als landelijk, sprake van ongelijkheid in politieke participatie. Dat blijkt uit Ondervertegenwoordigd Amsterdam, de ‘Amsterdamse vertaling’ van De Atlas van Afgehaakt Nederland uit 2021. De ongelijkheid is zichtbaar langs vergelijkbare scheidslijnen als landelijk en is bovendien structureel. Opleiding en sociaaleconomische status spelen daarbij een belangrijke rol. De uitkomsten van het onderzoek kunnen worden gezien als een signaal dat de representatieve democratie niet voor alle Amsterdammers even goed werkt.
Downloads
De ongelijkheid in politieke participatie heeft als gevolg dat bepaalde groepen inwoners politiek ondervertegenwoordigd zijn. Het risico van die ondervertegenwoordiging is dat deze groepen en de overheid verder van elkaar af komen te staan.
De behoeften van steeds dezelfde groepen mensen worden minder gehoord dan die van andere inwoners. Daardoor is de kans aanwezig dat gevoerd beleid ook minder goed voor hen uitpakt. Als gevolg hebben deze mensen ook weer minder vertrouwen in de politiek en participeren ze minder. Dat vormt een risico voor de werking van de democratie.
Ondervertegenwoordigd Amsterdam bestaat uit verschillende onderdelen. Aan de hand van de opkomst en partijkeuze bij Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen laat Onderzoek & Statistiek in Deel A zien dat er structurele ongelijkheid bestaat in politieke participatie. In Deel B verkent het Stedelijk Strategieteam de zorgen en opvattingen van ondervertegenwoordigde groepen in de stad. Op basis van wetenschappelijke literatuur en interviews met experts schetsen we ontwikkelingen die hebben bijdragen aan deze zorgen.
Daarnaast hebben René Cuperus en Josse de Voogd, de auteurs van De Atlas van Afgehaakt Nederland, en Femke Kaulingfreks, de Wibautleerstoelhouder, gereageerd op de Amsterdamse situatie. Hun reacties zijn aan het einde van het rapport te vinden.
Structurele verschillen
Uit de analyse van O&S (Deel A) blijkt dat Amsterdammers met een basis- of mbo-opleiding, een laag inkomen, een migratieachtergrond, een jonge leeftijd en/of een slechte gezondheid minder geneigd zijn te gaan stemmen. Als ze wel stemmen, doen ze dat relatief vaak op partijen die zich presenteren als non-establishment of protestpartijen, oftewel ‘buitenstaanderpartijen’. Deze groepen Amsterdammers zijn daardoor politiek ondervertegenwoordigd in de gemeenteraad.
Aan de andere kant gaan Amsterdammers met een hbo- of wo-opleiding, een hoog inkomen en zonder migratieachtergrond juist vaker dan gemiddeld stemmen. Ook brengen zij vaker hun stem uit op de partijen die de afgelopen jaren onderdeel uitmaakten van de Amsterdamse coalitie (GroenLinks, D66, PvdA, VVD).
Er zijn ook andere manieren om politiek te participeren, zoals het tekenen van petities of demonstreren. Maar deze andere participatievormen lossen de ongelijkheid in politieke participatie niet op. Integendeel, vooral Amsterdammers die hun weg naar de stembus ook weten te vinden, nemen hieraan deel.
Op de kaart
Ondervertegenwoordigde Amsterdammers wonen vaker dan gemiddeld in wijken buiten de stadsring en boven ‘t IJ. In deze wijken hebben inwoners gemiddeld een lager welvaartsniveau. Ze hebben bijvoorbeeld een lager besteedbaar huishoudeninkomen en een slechtere ervaren gezondheid. De laatste tien jaar zijn de verschillen in politieke participatie tussen stadsdelen toegenomen. De opkomst daalde in wijken in Nieuw-West en Zuidoost, terwijl die elders steeg.
NB: In sommige wijken is de opkomst hoger dan 100% omdat daar bijvoorbeeld gestemd kan worden op een station. Andersom kan de opkomst laag zijn als relatief veel mensen net over de grens van hun eigen wijk gaan stemmen.
Bovendien krijgen de partijen die de afgelopen tien jaar de Amsterdamse coalitie vormden, meer stemmen in de wijken in de centrale stadsdelen en minder stemmen aan de randen van de stad. Het aandeel stemmen op buitenstaanderpartijen is juist hoger in wijken aan de randen van de stad. Buitenstaanderpartijen zijn SP, FvD, 50Plus, PvdD, DENK, JA21 en BIJ1. Dit aandeel is op stadsniveau met 19 procentpunt gestegen bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2022 ten opzichte van 2010. In wijken in Nieuw-West en Zuidoost is die stijging sterker dan in wijken in ander stadsdelen.