Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Ontwikkelperspectief recreatie en toerisme MRA

De Metropoolregio Amsterdam (MRA) staat voor de uitdaging om de kansen van (groeiend) toerisme en recreatie te blijven benutten. Het bestuurlijk overleg Economie van de MRA heeft daarom opdracht gegeven om de MRA-strategie voor recreatie en toerisme te herijken. Dit onderzoek naar de omvang van en draagkracht voor recreatie en toerisme, vormt daarvoor één van de bouwstenen.

In de periode augustus 2021 tot maart 2022 is onderzoek gedaan naar:

  • De omvang van recreatie en toerisme in de MRA (aanbod);
  • De huidige vraag en verwachte ontwikkeling qua vraag naar recreatie en toerisme voor 2030 (prognose);
  • De draagkracht van de bestemming(en) voor recreatie en toerisme. Door de resultaten van de huidige omvang, de prognose en draagkracht naast elkaar te zetten ontstaat het ontwikkelperspectief voor de MRA en de zeven deelregio’s.

De resultaten zijn gevisualiseerd op deze interactieve webkaart.

Samenvatting resultaten

Omvang toerisme en recreatie 2019

Voor het in beeld brengen van de toeristisch-recreatieve omvang kijken we naar verblijf, dagrecreatie en mobiliteit. Deze drie elementen leveren voor de MRA een gevarieerd en genuanceerd beeld op.

De omvang van verblijf is in beeld gebracht aan de hand van data over het aantal overnachtingen, het aantal bedden in hotels, kampeer- en huisjesterreinen en over Airbnb listings. De gemeenten met de grootste relatieve omvang zijn Amsterdam, gevolgd door Haarlemmermeer. Binnen de MRA vinden we de relatief laagste verblijfsomvang in gemeenten in de deelregio's Gooi en Vechtstreek en Zaanstreek-Waterland, zie ook kaart 1 en 2.

De omvang van dagrecreatie is in beeld gebracht aan de hand van data over bezoekersaantallen en een groot aantal gegevens over het aanbod, waaronder: attracties, cultuur, watersport, recreatie- en natuurgebied, erfgoed, bestedingen van toeristen in de retail, evenementen, horeca en routenetwerken. De (relatieve) omvang van dagrecreatie is het hoogst in Zuid-Kennemerland en Zaanstreek-Waterland. Gemeenten die laag scoren op de indicatoren dagrecreatie zijn verspreid over de gehele MRA.

Om een indruk te krijgen van de mobiliteitsomvang door vrije tijd, is ODiN/OviN mobiliteitsdata van het CBS geanalyseerd. Het gaat specifiek om trips van Nederlanders met een vrijetijdsmotief. Uit de verplaatsingsdata blijkt onder meer dat binnenlands toerisme en recreatie een substantieel en groeiend deel van de totale binnenlandse personenmobiliteit vormt: 38 procent van alle verplaatsingen, of zelfs 60 procent als je winkelen ook meerekent. Resultaten van deze analyses geven meer detailinzicht in waar populaire dagrecreatieve bestemmingen zich bevingen. Hieruit valt op dat de meeste vrijetijdstrips logischerwijs naar en in Amsterdam plaatsvinden. Zwaartepunten in de attractiviteitsscore zijn daarnaast o.a. Schiphol en de Amsterdam Arena. Ook de badplaatsen vallen op als bestemming. Relatief gezien zijn de gemeenten Beverwijk, Bloemendaal en Lelystad het vaakst de bestemming van een vrijetijdsverplaatsing.

Prognoses 2030

Prognoses gemaakt voor recreatie en toerisme in 2030 geven inzicht in de toekomstige omvang voor toerisme en recreatie. In de MRA komen er tot 2030 naar verwachting circa 266.000 inwoners bij. Voor recreatie en dagtoerisme betekent dit een toename van circa 60 miljoen vrijetijdsactiviteiten per jaar voor onder meer buitenrecreatie, sport en sportieve recreatie en uitgaan (waaronder horeca, zie tabel).

Verwachte toename inwoners, vrijetijdsactiviteiten en toerisme in de MRA

2018/20192030Toename
Inwoners2.467.0002.733.000266.000
Vrijetijdsactiviteiten aantal (MRA inclusief geheel Flevoland)457.465.000517.562.00060.097.000
Overnachtingen toeristen buitenlands21.598.00029.807.0008.209.000
Overnachtingen toeristen binnenland8.104.0009.791.0001.687.000

Met de prognoses voor toerisme geven we de verwachte ontwikkeling van het toerisme weer. De prognoses voor de MRA houden geen rekening met beleid en we gaan ervan uit dat het toerisme zich na corona zal herstellen. Uit de prognoses blijkt dat we voor 2030 rekening moeten houden met circa 33 procent toename van het aantal binnenlandse en buitenlandse overnachtingen (+10 miljoen overnachtingen ten opzichte van 2019). Gemeente Amsterdam heeft in de Verordening ‘Toerisme in balans’ vastgelegd te sturen op een bandbreedte van 10 tot 20 miljoen overnachtingen.

Draagkracht

De Raad voor de Leefomgeving en infrastructuur vraagt in haar advies ‘Waardevol toerisme’ (2019) om bij toeristisch-recreatieve ontwikkeling aandacht te besteden aan de draagkracht van de bestemming. Dit advies is mede de aanleiding van dit onderzoek en de herijking van de strategie voor de MRA. Om te kunnen gaan sturen op balans tussen toerisme, recreatie en de leefomgeving en leefbaarheid is inzicht nodig in de onderlinge relaties.

Wij hebben voor verschillende domeinen van de leefomgeving (fysieke domein) en leefbaarheid (sociale domein) onderzocht hoe ze ervoor staan. Dit deden we op basis van onderzoek en analyse van diverse data (feitelijke analyse) en de resultaten van de gebiedstafels, waar we samen met de stakeholders uit de deelregio’s de draagkracht van de leefomgeving in relatie tot recreatie en toerisme hebben besproken. Dit leverde de volgende resultaten op:

  1. Leefbaarheid is (ruim) voldoende. Uit de feitelijke onderzoeksgegevens blijkt dat, op gemeenteschaal, de leefbaarheid in de MRA met een (ruim) voldoende wordt gewaardeerd. Inwoners zijn tevreden, ervaren weinig overlast van bezoekers. De meeste gemeenten willen de kansen van toerisme en recreatie voor leefbaarheid en voorzieningenniveau blijven benutten.
  2. Openbare ruimte vraagt aandacht. Vervuiling van de openbare ruimte wordt zowel in de feitelijke analyse als bij de gebiedstafels beoordeeld als ‘aandachtspunt op bepaalde plekken of momenten’, vooral plekken bij toeristisch-recreatieve hotspots.
  3. Druk op natuur door recreatie. De druk op de natuur- en recreatiegebieden door recreatie en toerisme is over de hele MRA groot. Dat is zichtbaar vanuit zowel de feitelijke analyse als de gebiedstafels. Vanuit de gebiedstafels is het oordeel dat het vooral gaat om aandachtspunten die te maken hebben met pieken op sommige plekken of momenten. Vanuit de feitelijke analyse is het beeld structureler en zorgelijker van aard en dit is een belangrijk aandachtspunt, ook in relatie tot de groei van de bevolking.
  4. Mobiliteit vraagt nader onderzoek. Mobiliteit blijkt een belangrijk aandachtspunt bij bestemmingsontwikkeling. Er zijn echter onvoldoende feitelijke gegevens voorhanden om de draagkracht van infrastructuur voor toerisme en recreatie te bepalen. Er is behoefte aan kennisuitwisseling over o.m. omgaan met piekdrukte, optimale benutting van OV-verbindingen en duurzame vrijetijdsmobiliteit.
  5. Erfgoed en cultuur zijn een kans. Tijdens de gebiedstafels bleek dat erfgoed en cultuur dé kans zijn om (deel)bestemmingen te ontwikkelen. Openstellen van monumenten, herbestemming en routes werden hierbij genoemd.
  6. Vastgoed nader te onderzoeken. Hier is het op basis van de huidige gegevens over draagkracht niet mogelijk een eenduidige relatie met toerisme te leggen. Toeristische verhuur van woningen kan een factor zijn die invloed heeft op de woningmarkt.