Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Vijf jaar ervaring met Individuele Plaatsing & Steun

Individuele Plaatsing en Steun (IPS) is een vorm van begeleiding voor mensen met ernstig psychiatrische aandoeningen om (weer) aan het werk te gaan. Tussen 2015 en 2019 financierde de gemeente Amsterdam ruim 300 IPS-trajecten. Na deze vijf jaar wilde de gemeente deze trajecten laten evalueren. Het doel was om een cijfermatig en kwalitatief beeld te schetsen van de vijf jaar ervaring met IPS. OIS deed deze studie o.a. op basis van CBS-microdata, interviews met klanten, gemeentelijke professionals, IPS-begeleiders en werkgevers, (inter)nationale literatuur, gegevens van Zicht & Grip op Sociaal (link naar pagina) en een enquête onder (oud) IPS-deelnemers.

IPS is een uit (inter)nationaal onderzoek effectief gebleken methode om mensen met ernstig psychiatrische aandoeningen (terug) naar werk te begeleiden. De belangrijkste kenmerken van IPS zijn dat iedereen die wil werken in aanmerking komt voor begeleiding, het doel altijd regulier werk is, en dat direct wordt gezocht naar een baan zonder te focussen op het eerst vergroten van vaardigheden. De literatuur laat zien dat IPS-deelnemers vaker werk vinden dan mensen met reguliere re-integratiebegeleiding en dat IPS ook een positieve invloed heeft op welzijn en gezondheid. Deze effecten zijn gevonden in verschillende landen, o.a. in Nederland.

62 procent van de deelnemers aan de gemeentelijk gefinancierde IPS-trajecten vond een baan in de jaren na het starten met IPS. Daarvan had (toevallig ook) 62 procent een duurzame functie, dat wil zeggen: ze waren minimaal zes maanden aaneengesloten aan het werk, al dan niet bij dezelfde werkgever. 43 procent vond werk voor 12 aaneengesloten maanden of langer. De verschillende bronnen van dit onderzoek geven aanwijzingen dat IPS een positief effect heeft op het vinden van werk, vooral voor jongere deelnemers en mensen met meer recente werkervaring.

Het effect van IPS op gezondheid en welbevinden was in dit onderzoek wisselend. Oud-deelnemers gaven aan zich beter te voelen door IPS, zeker mensen die werk hadden gevonden. Daarnaast bleek dat IPS een positieve invloed heeft op het zelfvertrouwen, vertrouwen in het kunnen zoeken naar werk, en het zelfinzicht van de deelnemers. Aan de andere kant staat dat ‘harde’ cijfers uit ons onderzoek laten zien dat het gebruik van gemeentelijke zorgvoorzieningen weinig veranderde bij de deelnemers die begonnen met IPS. Ook de gemeentelijke zorgkosten gingen niet omlaag en gaven sommige geïnterviewden aan dat IPS niet direct invloed had op hun gezondheid (“daar heb ik andere hulpverleners voor”).

Uit het onderzoek komen een aantal belangrijke werkzame elementen naar voren van IPS. Een vooraanstaande daarvan is dat werk niet alleen een doel op zich is, maar meer een middel om iets anders voor elkaar te krijgen bij de deelnemer: meer zelfinzicht, beter beeld van wat passend werk is, ervaring opdoen met werk zoeken en werk behouden, en beter om kunnen gaan met gezondheidsklachten in de werksituatie. Dat zijn dan weer voorwaarden voor deelnemers om meer duurzaam regulier werk te kunnen behouden, waarmee toch het ‘hogere’ doel van regulier werk uiteindelijk voorop staat bij IPS.

Naast werk als middel is de relatie tussen de IPS-begeleider en -deelnemer van belang. Een goede relatie is volgens veel deelnemers het belangrijkste aspect van een succesvol traject. Veel deelnemers hebben het over ‘een klik hebben’ met de IPS-begeleider. Waar dat precies uit bestaat, is voor deelnemers vaak moeilijk onder woorden te brengen. Voor een groot deel lijkt een goede relatie te gaan over het vertrouwen van een deelnemer in de IPS-begeleider.

Dat vertrouwen beslaat verschillende aspecten: deskundigheid van de IPS-begeleider, oprechte betrokkenheid, laagdrempelig contact, en vertrouwen in de mogelijkheden van de deelnemer. Verder blijkt dat het nemen van voldoende tijd een belangrijke voorwaarde voor een succesvol IPS-traject is. De twee hierboven beschreven elementen (werk als middel en de relatie) kosten tijd om uit de verf te komen. Een goede relatie opbouwen neemt veel tijd in beslag, net als het opdoen van kennis en ervaring door het zetten van stappen naar werk.

Daar komt nog bij dat de klachten van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening vaak wisselen. Moeilijke en betere perioden wisselen elkaar af, en daarmee verandert ook de aard van de begeleiding telkens. Als laatste werden ook de intensieve samenwerking tussen actoren in het behandelteam en de focus op regulier werk als belangrijke elementen benoemd.