Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Vluchtelingenmonitor 2022

Het aantal nieuw gevestigde statushouders daalde in Amsterdam, net als in andere gemeenten, sinds 2014 jaarlijks. De vrijheid beperkende maatregelen die golden tijdens de coronapandemie zorgden voor een verdere versterking van de neerwaartse trend in asielmigratie naar Nederland. Toch groeide de groep statushouders in Amsterdam, ten dele als gevolg van gezinshereniging. Bovendien zijn sinds de Russische inval in Oekraïne op 24 februari ongeveer 5.000 ontheemden uit Oekraïne opgevangen in de stad.

Op 1 juli 2021 telde Amsterdam 8.930 statushouders (6.760 exclusief genaturaliseerden) die in 2014 of daarna een verblijfsvergunning hebben gekregen. De Vluchtelingenmonitor 2022 brengt de situatie van deze Amsterdamse statushouders op het vlak van demografie, werk, woonsituatie en onderwijs in beeld. Waar relevant zijn hierbij vergelijkingen gemaakt met de overige steden uit de G5. Om inzicht te verkrijgen in de rol van coronamaatregelen op de werksituatie van statushouders zijn aan de cijfers voor peilmoment 1 juli 2021 vergelijkingen met twee voorgaande jaren toegevoegd en is waar mogelijk ook de situatie op 1 maart 2022 beschreven. Tot slot komt het draagvlak voor de opvang van vluchtelingen in de stad aan bod. Het is de zesde keer sinds 2016 dat de Vluchtelingenmonitor verschijnt.

Relatief veel jonge alleenstaanden onder Amsterdamse statushouders (20-44 jaar)

In Amsterdam zijn mannen sterker oververtegenwoordigd onder statushouders dan in de overige G5 steden (Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven). Opvallend is dat deze oververtegenwoordiging zich enkel manifesteert in de grootste leeftijdsgroep: 20-44 jaar. In vergelijking tot de overige steden is het aandeel alleenstaanden hoog. In Amsterdam is een grote groep jongeren ondergebracht in projectwoningen (wooneenheden voor eenpersoonshuishoudens) die in 2016 en 2017 beschikbaar werden gesteld. Dit vormt een verklaring voor het relatief hoge aandeel alleenstaande veelal jonge mannen bij wie van een huwelijk of partnerschap in het land van herkomst waarschijnlijk geen sprake was. Het aandeel nareizigers onder statushouders is in Amsterdam dan ook lager dan in de overige G5.

Aandeel werkende statushouders nam af door corona, maar ligt in maart 2022 weer hoger dan voor de crisis

Tussen 2019 en 2020 nam het aandeel statushouders met een betaalde baan sterk af. Van de groep statushouders met betaald werk in 2019 nam ook in de eerste helft van 2021 het aandeel met werk nog verder af. Daarna keerde het tij: het aandeel dat nog aan het werk was steeg weer en van degenen die niet werkten in 2019 had bijna een derde in maart 2022 een baan gevonden. Jongeren en recente cohorten statushouders raakten vaker hun baan kwijt tijdens de coronacrisis, maar vonden ook vaker weer werk in de periode tussen juli 2021 en maart 2022 in vergelijking tot oudere statushouders en statushouders uit vroegere cohorten.

Het aandeel statushouders dat werkt in een krimpsector is afgenomen in de periode medio 2019-maart 2022. Ditzelfde geldt voor het aandeel statushouders werkzaam in kleine banen. De kwaliteit en duurzaamheid van werk dat statushouders doen lijkt met de beëindiging van de coronamaatregelen en de toenemende krapte op de arbeidsmarkt te zijn verbeterd in de periode medio 2021-maart 2022. Zichtbaar is ook de afname van het aandeel statushouders werkzaam in de horeca in de periode juli 2019-juli 2021. Hoewel het aandeel sindsdien weer heel licht gestegen is, vond de meerderheid (56 procent) werk in andere sectoren.