Vluchtelingenmonitor 2024
- Publicatie
- oktober 2025
Op 1 juli 2023 verbleven in Amsterdam 2.125 asielzoekers in COA-opvanglocaties en woonden er 6.925 statushouders en 5.405 Oekraïense ontheemden in de stad. Dat blijkt uit de nieuwe vluchtelingenmonitor van Onderzoek en Statistiek (O&S).

De meeste asielzoekers en statushouders zijn van Syrische afkomst, man en tussen de 18 en 35 jaar oud. De meeste Oekraïense ontheemden zijn tussen de 18 en 66 jaar en vrouw. Van de Oekraïense ontheemden is 5 procent een zogenaamde derdelander. Zij zijn Oekraïne ontvlucht maar hebben een andere eerste nationaliteit dan de Oekraïense.
O&S maakte de vluchtelingenmonitor al vaker. Maar in deze editie zijn voor het eerst de groepen asielzoekers en ontheemden uit Oekraïne opgenomen. De gegevens komen uit het databestand Asielcohort 2014-2023 van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
De meeste asielzoekers en statushouders die op een COA-locatie wonen zijn alleenstaand. Meestal wonen ze in Westpoort, Zuidoost en Nieuw-West. Statushouders die zelfstandig wonen, verblijven vooral in Noord en Nieuw-West. De meeste huishoudens van statushouders die zelfstanding wonen, zijn eenpersoonshuishoudens, maar er is ook een aanzienlijk aandeel huishoudens met kinderen.
Oekraïense ontheemden in een opvang wonen vooal in Zuid en Nieuw-West. De Oekraïense ontheemden die zelfstandig of in gastgezinnen verblijven, wonen verspreid over de hele stad. De meeste Oekraïense huishoudens zijn eenpersoonshuishoudens. Maar binnen de groep ontheemden die in een opvanglocatie verblijven, is er ook een groot aandeel eenouderhuishoudens.
Zorggebruik
Bijna alle statushouders maken gebruik van huisartsenzorg en iets meer dan de helft gebruikt farmaceutische zorg en ziekenhuiszorg. Van mondzorg wordt binnen het basispakket het minst gebruik gemaakt, omdat de meeste mondzorg voor volwassenen buiten de basisverzekering valt.
Opvallend is dat Amsterdamse statushouders vaker GGZ-zorgkosten maken dan statushouders in de andere G5-steden of gemiddeld in Nederland. We kunnen niet direct uit de data afleiden waarom dat zo is.
De meerderheid van de GGZ-gebruikers is man en tussen de 18 en 35 jaar. De herkomstgroep binnen de gebruikers van de GGZ is divers. De meeste statushouders die GGZ-kosten maken, zijn afkomstig uit Syrië, Iran of Turkije en een grote groep gebruikers heeft een overige achtergrond.
Opvallend is dat de groep Eritrese vluchtelingen niet in de top drie van GGZ-gebruikers terugkomt, terwijl het de op één na grootste afkomstgroep is. Eritrese vluchtelingen lijken de weg naar de GGZ dus minder goed te vinden.
In Amsterdam maakt bijna een tiende van de jonge statushouders gebruik van jeugdhulp. Dat aandeel is relatief hoog in vergelijking met andere G5-steden.
Inburgering
Op het gebied van inburgering laten de cijfers een positief beeld zien. Vrijwel alle statushouders behalen hun inburgeringdiploma op tijd.
De meeste statushouders slagen voor hun taaltoets op A2-niveau. Maar er is ook een aandeel dat hun taaltoets op B-niveau haalt. Voor de groep statushouders met de Turkse eerste nationaliteit is dat zelfs de meerderheid. Opvallend is dat vrouwen iets vaker slagen op B-niveau dan mannen.
Bijna een derde van de statushouders volgt een opleiding. In Amsterdam volgen relatief meer statushouders hoger onderwijs dan in de andere G5-steden. Deelname aan het primair onderwijs ligt in Amsterdam juist lager. Dat komt doordat er minder kinderen in de basisschoolleeftijd zijn.
Arbeidsparticipatie
De arbeidsparticipatie onder statushouders in Amsterdam is hoger dan in andere steden en het landelijke gemiddelde. Mannelijke statushouders werken vaker en verdienen meer, terwijl vrouwelijke en oudere statushouders die werken vaker een vast contract hebben.
De relatief hoge arbeidsparticipatie gaat gepaard met een grote daling van het aantal statushouders dat bijstand ontvangt in 2022 en 2023. In 2023 had Amsterdam vergeleken met de andere G5-steden en Nederland als geheel het kleinste aandeel statushouders dat een bijstandsuitkering ontving.
Tegelijkertijd is er in Amsterdam ook een relatief groot aandeel dat geen bijstand ontvangt én niet in loondienst is. Het gaat voornamelijk om statushouders die nog in de opvang wonen of onderwijs volgen en daardoor geen recht op bijstand hebben. Maar het gaat ook om partners van statushouders in loondienst in een éénverdienershuishouden.
Voor de groep Oekraïense ontheemden ziet het beeld er anders uit. Bijna de helft van deze groep vluchtelingen heeft werk in 2023. Oekraïense ontheemden hebben geen recht op een bijstandsuitkering maar wel op zogenoemd leefgeld. Tegelijkertijd is de arbeidsparticipatie van de Oekraïense ontheemden in Amsterdam wel lager dan in de andere G5 steden en Nederland als geheel. Binnen deze groep werken mannen en vrouwen even vaak. Mannen verdienen wel een hoger uurloon en werken meer uren dan vrouwen.