Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Zzp'ers in Amsterdam: het effect van de economische recessie

Er zijn in Amsterdam 41.790 vestigingen met één werkzame persoon, met de rechtsvorm eenmanszaak. Op deze wijze benaderen we het aantal ZZP'ers.

Het werkelijke aantal ZZP'ers is niet bekend en is ook niet eenvoudig te bepalen, bij gebrek aan een eenduidige definitie. Uitgaande van deze benadering worden 9 van de 100 vestigingen in Amsterdam gerund door een ZZP'er. Ruim 60 procent hiervan werkt (voornamelijk) thuis. Dit laatste wil overigens niet zeggen dat ze ook zichtbaar zijn in het straatbeeld. Uitgedrukt als percentage van de werkzame beroepsbevolking, heeft Amsterdam 11 procent ZZP'ers, terwijl het percentage voor heel Nederland bijna 9 procent is. Het verschil is verklaarbaar: in Amsterdam zijn de creatieve industrie, ICT en de overige zakelijke dienstverlening oververtegenwoordigd. Dit zijn sectoren waar relatief veel ZZP'ers werken. Dit geldt overigens ook voor de bouw, maar deze sector is minder aanwezig in Amsterdam.

ZZP'ers hebben zich mooi verdeeld over de stad. Toch is sprake van enige concentratie: de meesten hebben zich binnen de Ring A10 gevestigd. In absolute aantallen is er een oververtegenwoordiging in West, Zuid en Centrum.

Verdeling ZZP’ers over de stad, 1 januari 2010

Als het aantal ZZP’ers per stadsdeel wordt afgezet tegen het totale aantal vestigingen, komt West nog duidelijker naar voren als hotspot voor ZZP’ers.

Flexibele schil

ZZP’ers zijn een onmisbaar onderdeel geworden van de economie. Ze worden ook wel de flexibele schil of de buffer van de arbeidsmarkt genoemd. Hiermee wordt bedoeld dat ze extra ingezet kunnen worden in fasen van hoogconjunctuur, terwijl ze in slechtere tijden voorkomen dat de werkloosheid erg oploopt. ZZP’ers melden zich namelijk niet massaal als werkzoekende, als het een tijdje tegen zit.

Onderzoek voor Economische Zaken Amsterdam

Uit een onderzoek naar het effect van de economische recessie voor de ZZP’ers in Amsterdam, dat O+S voor de zomer in opdracht van Economische Zaken heeft uitgevoerd, blijkt dat een deel van de ZZP’ers inderdaad een moeilijke tijd achter de rug heeft. Ze hebben minder opdrachten gehad, hebben hierdoor aan inkomsten ingeboet en moesten vaker interen op hun financiële reserves. De ZZP’ers in de bouwsector en in de creatieve industrie hebben hier het meeste last van gehad. Ook is het vooroordeel bevestigd dat ZZP’ers zich in de regel slecht verzekeren.

Uit het onderzoek blijkt verder dat de gemiddelde Amsterdamse ZZP’er 47 jaar is, iets vaker een man (60 procent) is dan een vrouw (40 procent). Een derde van de ZZP’ers heeft ook een andere inkomstenbron. Dit is meestal een baan in loondienst en iets minder vaak pensioen. Twee derde deel van de ZZP’ers is hoog opgeleid. Dit geldt niet voor de bouwsector, hier ligt het opleidingsniveau een stuk lager.

Ontwerpadvies SER

Ook op nationaal niveau is er aandacht voor de positie van de ZZP’ers. De SER heeft een advies opgesteld dat pleit voor aanpassingen van beleid op het gebied van arbeidsongeschiktheid, arbeidsomstandigheden, scholing en pensioenen.1) Op deze manier wordt er meer rekening gehouden met de toenemende variëteit aan arbeidsrelaties.

  1. Ontwerpadvies Positie Zelfstandig ondernemers, SER, 2010.