Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Amsterdams groen in 2023

Hoe groen is Amsterdam? Met de Monitor Groen brengen we in kaart hoeveel groen er in de stad is en waar dat groen uit bestaat. De Monitor verschijnt tweejaarlijks. Eind 2025 verwachten we de tweede editie. Elk jaar actualiseren we de cijfers van de hoeveelheid en loopafstand naar groen. Hierbij kijken we niet alleen naar de publieke ruimte, maar ook naar Amsterdamse tuinen en daken. Groen in de stad kan veel vormen aannemen, van grote stadsparken tot geveltuinen in de buurt. In dit artikel beschrijven we hoe het Amsterdamse groen zich in 2023 heeft ontwikkeld.

Hoeveel groen is er in de stad?

Het landoppervlak van de publieke buitenruimte in Amsterdam bestaat voor 61 procent uit groen. Op 1 januari 2024 ging het om 8.221 hectare. De meeste groene gebieden liggen aan de randen van de stad.

Het publieke groen bestaat voor het grootste deel uit agrarisch groen (35 procent), zoals de weilanden in landelijk Noord en Weesp. 26 procent is natuurlijk groen, zoals het Diemerbos. Het publieke groen bestaat verder voor 19 procent uit buurtgroen, denk aan geveltuinen, perken en bermgroen. De overige 19 procent is recreatief groen en bestaat uit groengebieden om in te verblijven, zoals buurt- en stadsparken.

Hoe ontwikkelt zich het publieke groen in 2023?

Tussen 2023 en 2024 nam het groen in totaal met 15 hectare af. Wat opvalt, is dat het buurtgroen in deze periode toenam, net zoals het recreatief groen. Natuurlijk groen nam licht af vanwege werkzaamheden aan de groene bermen. Het agrarisch groen bleef als gevolg van de woningbouw in de Bloemendalerpolder in Weesp afnemen.

Hoe ontwikkelt zich het publieke groen over de langere termijn?

Tussen 2019 en 2024 is het groen afgenomen met 266,5 hectare. Vanaf 2020 en vooral in het laatste jaar neemt de hoeveelheid groen wel minder snel af.

Om de ontwikkeling van het groen te volgen verdelen we het in vier typen: agrarisch groen, natuurlijk groen, recreatief groen en buurtgroen. Tussen 2019 en 2024 nam de hoeveelheid recreatief groen licht toe met 12 hectare. Opvallend is dat het agrarisch groen is afgenomen met 170 hectare. Dat is een afname van 5,6 procent. Een groot deel van deze afname is het gevolg van woningbouw in het stadsgebied Weesp.

Welke groengebieden zijn er in de stad?

Een groot deel van het groen in de publieke ruimte heeft een specifieke functie. Kleine en grote aaneengesloten gebieden groen waarin je kunt verblijven noemen we functionele groengebieden. De functionele groengebieden die we onderscheiden zijn natuurparken, stadsparken, stadsplantsoenen, gedenkparken, sportparken, landschappen, tuinparken en groene verbindingen. In de Monitor Groen beschrijven we deze groengebieden aan de hand van allerlei kenmerken op het gebied van natuur, klimaatadaptatie, sociaal welzijn en gezondheid.

Hoeveel buurtparken telt Amsterdam?

In deze versie van de monitor is een nieuw type park geïntroduceerd: het buurtpark. Buurtparken zijn kleine percelen recreatief groen die tussen de 500 en 2000 m2 groot zijn. Ze hebben een centrale functie in de buurt. De buurtparken kunnen bijdragen aan de sociale cohesie in een buurt en het sociaal welzijn. De gezamenlijke oppervlakte van buurtparken bedraagt ongeveer 320 hectare. Dit is 20 procent van het aanbod recreatief groen. De definitie van de buurtparken is volop in ontwikkeling. Deze cijfers zijn een eerste schatting.

In bovenstaande kaart is de spreiding van de buurtparken weergegeven. Veel buurtparken zijn te vinden in Noord, Nieuw-West en Zuidoost, zoals ook blijkt uit de grafiek hieronder.

Welk deel van de stad wordt bedekt door boomkronen?

Naast groen op de grond, zijn ook bomen een belangrijk onderdeel van het Amsterdamse groen. Ze vormen een leefomgeving voor dieren, bieden schaduw tijdens warme zomerdagen en zorgen voor een fijnere woonomgeving.

De Amsterdamse publieke ruimte wordt voor 17,5 procent bedekt door boomkronen. Volgens een richtlijn die is geïntroduceerd door Cecil Konijnendijk, zou 30 procent van het stedelijke grondgebied bedekt moeten zijn met boomkronen. Die richtlijn wordt in veel gemeenten gebruikt. Wanneer we uitgaan van de publieke ruimte dan voldoen 129 van de 518 Amsterdamse buurten aan deze richtlijn. Dit zijn met name buurten aan de randen van de stad. Ook in de buurten met veel parken zijn er relatief veel bomen.

In de stadsdelen Zuid, Zuidoost en Nieuw-West is het aandeel boomkroon het grootst. Dit is een schatting vanwege een methodische wijziging. In de Bloemendaler Polder in Weesp is het aantal boomkronen toegenomen door nieuwe aanplant in deze nieuwe woonwijk. De oppervlakte met boomkronen neemt ook toe door de groei van relatief jonge aanplant. Dat gebeurt onder andere in de Osdorper Bovenpolder en de Aker in Nieuw-West. Wat opvalt is dat het percentage boomkronen in Weesp en Noord laag is. Dit voorkomt vooral doordat deze gebieden voor een groot deel bestaan uit agrarisch land.

Hoe groen zijn Amsterdamse tuinen?

In deze monitor is ook het groen in het oppervlak dat niet openbaar is in kaart gebracht. Hieronder valt het groen in tuinen bij woningen en bedrijven en in gemeenschappelijke binnentuinen. 45 procent van de totale oppervlakte van de tuinen is groen. De gemiddelde tuin in Amsterdam bestaat voor 46 procent uit groen. Binnen de ring zijn voornamelijk de tuinen in de vooroorlogse gebieden groen. In stadsdeel Nieuw-West liggen relatief veel bewoonde buurten met tuinen die minder groen zijn, zoals De Aker en Osdorp.

We schatten dat het groen in de Amsterdamse tuinen is toegenomen met 3 procent. In de gebieden met relatief veel nieuwbouw, zoals de Bloemendalerpolder in Weesp, neemt de hoeveelheid groen in de tuinen toe. De toename is in deze gebieden 40 procent of hoger. Ook in de Pijp, Rivierenbuurt en in Oud-Oost is er veel groen bijgekomen. In Geuzenveld, Slotermeer is er in een aantal buurten juist een kleine afname van ongeveer 1,5 procent. In de Watergraafsmeer is het groen in tuinen gemiddeld met ongeveer 3 procent afgenomen.

Hoe groot is de afstand naar parkachtig groen?

Hoe dichtbij groen is, beïnvloedt hoe vaak mensen er gebruik van maken. Een van de doelen beschreven in de Groenvisie is dat Amsterdammers vanaf hun woning binnen tien minuten wandelen in een openbare parkachtige omgeving moeten kunnen zijn. Hieronder verstaan we stadsparken, stadsplantsoenen en natuurparken.

Mensen leggen in tien minuten lopen gemiddeld circa 850 meter af. Op 1 januari 2024 woonde 94 procent van de Amsterdammers op minder dan tien minuten lopen van parkachtig groen.

Inwoners van de buurten in stadsdeel Centrum moeten relatief ver lopen naar een groene bestemming. Het aanbod van stadsparken, stadsplantsoenen en natuurparken is er relatief klein. In het centrum is de ruimte schaars, wat betekent dat voor ieder type groengebied het aanbod klein is en daarmee de afstanden ernaartoe relatief groot. Hier voldoen relatief weinig woningen aan de ambitie in de Groenvisie.

Ook de inwoners van veel buurten in Waterland, Weesp en buurten in landelijk Noord moeten ver lopen naar parkachtig groen. Deze gebieden kennen een ander aanbod van groen, namelijk vooral landschappen, natuurgebieden en in Weesp de kleinere buurtparken.

Hoe groot zijn de afstanden naar andere typen groengebieden?

Zoals we hebben kunnen zien, zijn de stadsparken en buurtparken goed verdeeld over de stad. Maar dat geldt niet voor alle soorten parken met een specifieke functie. Natuurparken vind je vooral aan de randen van de stad. Het zijn wild ogende parken die ruimte bieden voor natuur en natuurbeleving. In Zuidoost, Noord, en Nieuw-West is de afstand naar deze parken het kleinst, tussen de 1300 1800 meter. Vanuit Centrum en Zuid bedraagt de afstand meer dan 3,5 kilometer.

Hetzelfde geldt voor landschappen. Dat zijn de poldergebieden aan de randen van de stad met waarde voor natuur, voedselproductie en cultuurhistorie. Vanuit Amsterdam Noord, Zuidoost en Stadsgebied Weesp is het landschappelijke gebied gemiddeld het dichtste bij, gemiddeld tussen de 1,8 en 2,5 kilometer. Vanuit de stadsdelen West, Centrum en Oost moeten de inwoners tussen de 3,5 en 4,8 kilometer fietsen.

Gedenkparken of begraafplaatsen hebben, naast hun oorspronkelijke functie, betekenis als rustige plekken in de luwte van de stad. In de stadsdelen West en Zuid is de afstand tot deze parken het kleinst. Gemiddeld moeten inwoners 2 kilometer afleggen. In Amsterdam-Zuidoost en Centrum is de afstand gemiddeld meer dan 3 kilometer.