Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Amsterdamse Burgermonitor 2021: Verschillen in beleving van de stad

Het vertrouwen in de regering en de Tweede Kamer is bijna gehalveerd tussen 2019 en 2021. Slechts 16 procent van de Amsterdammers heeft op dit moment veel vertrouwen in deze instituties. Dat blijkt uit de Amsterdamse Burgermonitor die sinds 1999 inzicht biedt in het gedrag en de opvattingen van Amsterdammers op het gebied van (lokale) politiek, politiek (zelf)vertrouwen, samenleven in de stad, het gebruik van media en de gemeentelijke dienstverlening.

Amsterdammers met een hbo- of wo-diploma en Amsterdammers met een inkomen boven de 4.500 euro hebben relatief veel vertrouwen in de regering en de Tweede Kamer. Met name onder Amsterdammers tot 30 jaar en Amsterdammers van wie minstens één van de ouders in het buitenland is geboren, is het vertrouwen sterk gedaald. Het aandeel Amsterdammers dat weinig vertrouwen heeft in de gemeenteraad ligt traditioneel gezien lager dan het aandeel Amsterdammers dat weinig vertrouwen heeft in de regering en de tweede Kamer. Opvallend is dat het aandeel Amsterdammers dat geen oordeel heeft over de gemeenteraad juist relatief groot is. Bovendien is het vertrouwen in de gemeenteraad nauwelijks gedaald.

: In deze figuur is het vertrouwen in de regering, de tweede kamer en de Amsterdamse gemeenteraad over de tijd te zien.

Vertrouwen in de regering, de Tweede Kamer en de Amsterdamse gemeenteraad 2017-2021 (procenten)

NB: Een eerdere versie van deze figuur toonde een onjuist percentage bij het vertrouwen in de regering in 2017. Dit is gecorrigeerd in deze versie.

Vier op de tien Amsterdammers heeft zich politiek ingezet

Amsterdammers oordelen daarnaast wisselend over de mate waarin zij zelf invloed (kunnen) hebben op wat er voor de stad wordt besloten. Zo vinden Amsterdammers dat er redelijk veel manieren zijn om hun mening over de stad duidelijk te maken, maar slechts een klein aandeel denkt dat mensen zoals zij invloed hebben op wat er voor de stad gebeurt. In dit licht is het zorgelijk dat de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 het laagst is van de afgelopen twintig jaar. Toch is de groep die zich heeft ingezet om iets politiek aan de orde te stellen of invloed uit te oefenen redelijk stabiel: 39 procent van de Amsterdammers heeft zich de afgelopen 12 maanden ingezet voor de stad, vooral door het tekenen van een petitie of deelnemen aan een demonstratie.

Verschillende belevingen van de stad

Wanneer we kijken naar de mate van vertrouwen in de politiek (veel of weinig vertrouwen) in combinatie met of Amsterdammers zich wel of niet politiek ingezet hebben, dan resulteren vier groepen Amsterdammers van ongeveer gelijke omvang. We zien dat deze vier groepen naargelang ze veel of weinig vertrouwen hebben, en zich politiek hebben ingezet of niet, de ontwikkelingen in de stad verschillend ervaren. Amsterdammers die weinig politiek vertrouwen hebben en zich politiek inzetten hebben relatief vaak discriminatie ervaren. Daarnaast zijn zij het minst tevreden over de dienstverlening van de gemeente. Amsterdammers die weinig politiek vertrouwen hebben en zich niet politiek inzetten zijn relatief vaak 55-plusser en hebben vaker last van eenzaamheid. Amsterdammers die veel politiek vertrouwen hebben en zich niet inzetten voor de stad zijn bovengemiddeld tevreden met de dienstverlening van de gemeente. Zij hebben ook relatief het minst vaak ervaring met discriminatie. De groep Amsterdammers die veel politiek vertrouwen heeft en zich politiek heeft ingezet, volgt relatief vaak het landelijke en lokale politieke nieuws. Tot slot zien we verschillen in de zorgen die zij hebben voor de stad: zo maken Amsterdammers die weinig politiek vertrouwen hebben en zich politiek hebben ingezet, zich relatief veel zorgen over het functioneren van de politiek.

Zorgen over de stad, naar politiek vertrouwen en politieke inzet, 2021

In dit figuur zijn de zorgen voor de stad te zien naar politiek vertrouwen en politieke inzet.

Aangezien deze vier groepen ook verschillende kenmerken hebben, vooral op het gebied van opleiding en inkomen, versterken deze uitkomsten het idee van groepen in de stad die elkaar weinig tegenkomen en niet dezelfde beleving hebben van het leven in de stad. Deze scheidslijnen overbruggen kan een belangrijke bijdrage leveren aan verdere positieve ontwikkelingen in de stad.