Hoe verandert het energieverbruik in de MRA?
- Geert Buis, Mersiha Tepić
- 25 augustus 2025
Het energieverbruik in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) is de afgelopen jaren ongeveer 14 procent gedaald. Het gebruik van gas neemt af en elektriciteitsgebruik zorgt voor een steeds groter deel van het totale energieverbruik. Toch blijft aardgas in verhouding nog steeds dominant.

De vermindering van gasverbruik heeft met name te maken met de prijsstijgingen in afgelopen jaren, waardoor mensen hun gedrag hebben aangepast. Ook investeringen in verduurzaming en aardgasvrij verwarmen dragen bij aan deze reductie. Veranderingen in elektriciteitsverbruik zijn moeilijker te duiden. Terwijl verduurzaming leidt tot een lager verbruik, duwt elektrificatie van verwarming en autorijden het verbruik juist omhoog. Er zijn ook duidelijke verschillen tussen klein- en grootverbruikers. Bij kleinverbruikers bestaat een groter aandeel van energieverbruik uit aardgas. Ook reageren kleinverbruikers sterker op de schommelingen in de gasprijs.
Elektriciteit, gas en andere energiebronnen
Het energieverbruik in de MRA is de afgelopen jaren gedaald. Sinds 2018 is het totale verbruik met circa 14 procent afgenomen. Er is een duidelijke verschuiving zichtbaar in de samenstelling van het energieverbruik. Elektriciteit neemt een steeds groter aandeel in. In 2018 was elektriciteit goed voor 34 procent van het totale energieverbruik. In 2025 is dit aandeel gestegen naar 43 procent. Deze groei weerspiegelt de elektrificatie op verschillende terreinen. Toch blijft aardgas nog steeds dominant in de regio.
De data gebruikt in dit artikel zijn te vinden in het Dashboard Metropoolregio.
Begin 2025 zijn kleinverbruikers, zoals huishoudens en kleine bedrijven, goed voor 53 procent van het totale energieverbruik, tegenover 47 procent door grootverbruikers, zoals industriële bedrijven en instellingen. De kleinverbruikers zijn verantwoordelijk voor het grootste aandeel van het totale gasverbruik in de regio. Zij verbruiken twee derde van alle aardgas, tegenover een derde door grootverbruikers.
De verhouding tussen aardgas en elektriciteit verschilt ook tussen klein- en grootverbruikers. Bij kleinverbruikers bestaat 72 procent van het energieverbruik nog uit aardgas, terwijl dit bij grootverbruikers 40 procent bedraagt. Dit laat zien dat de energietransitie onder grootverbruikers al verder gevorderd is.
Deze cijfers onderstrepen het belang van maatregelen om ook bij kleinverbruikers de overstap naar duurzame alternatieven te versnellen. Voor grootverbruikers bestaat de energiebesparingsplicht al sinds de jaren negentig. Kantoren moeten sinds 2023 minimaal een C-label hebben. Grootverbruikers kunnen wellicht door schaalvoordelen sneller investeren in verduurzaming, terwijl huishoudens en kleine bedrijven meer afhankelijk zijn van ondersteuning zoals bijvoorbeeld subsidies, collectieve oplossingen of andersoortige programma’s.
Het belangrijk om je te realiseren dat de levering van gas en elektriciteit niet het gehele verbruik dekt. Zo is het energieverbruik van eigen opwek achter de meter hierin niet meegenomen. Het gaat daarbij om energie die gebruikers lokaal opwekken én direct verbruiken zonder dat deze via het openbare net loopt. Denk bijvoorbeeld aan elektriciteit die afkomstig is van zonnepanelen op daken van woningen of bedrijfspanden en ter plekke wordt gebruikt.
De onderstaande figuur geeft een beeld van de toename in verbruik achter de meter voor woningen en niet-woningen. Hoewel het aandeel nog relatief klein is, 1 tot 2 procent van het totale energieverbruik in de regio, groeit het wel gestaag.
Een tweede vorm van energieverbruik die niet is meegenomen in de bovenstaande cijfers, is de levering van warmte via een stadswarmtenet. Gebouwen die aangesloten zijn op dit netwerk gebruiken deze warmte direct voor de verwarming, zonder daarbij elektriciteit of gas te verbruiken. De warmte in stadswarmtenetten wordt deels opgewekt door het verbranden van afval en biomassa, maar voor het grootste deel nog steeds met aardgas. Gebruikers van stadswarmte zijn dus indirect gebruikers van aardgas.
Stadswarmtenetten kunnen worden verduurzaamd door bijvoorbeeld restwarmte te gebruiken. Stadswarmte wordt dan ook gezien als een manier om gebouwen aardgasvrij te maken. In de afgelopen jaren zijn er nieuwe netwerken opgezet en werden oude netwerken uitgebreid. Hierdoor is de levering van energie via stadswarmtenetten gestegen.
In 2022 daalde het verbruik. Dit heeft waarschijnlijk te maken met stijgende prijzen. De prijs van stadswarmte is namelijk gekoppeld aan de prijs van aardgas. In 2023 was de levering van stadswarmte in de MRA zo’n 6.500 TJ. Dat is gelijk aan zo’n 6 procent van de hoeveelheid energie die wordt geleverd via gas en elektriciteit.
Energieprijzen en energieverbruik van kleinverbruikers
De prijzen van gas en elektriciteit volgen vaak dezelfde trend. Toch zijn de prijsschommelingen in gas forser dan die in elektriciteit. Dit heeft onder andere te maken met de grotere geopolitieke gevoeligheid van de gasmarkten. Zo heeft de oorlog in Oekraïne grote gevolgen voor de gasprijs. Ook is de afhankelijkheid van internationale leveringsketens groter.
Het afgelopen jaar is er een stijging van de gasprijzen maar een daling van de elektriciteitsprijzen te zien. Deze ontkoppeling is een effect van de energietransitie. Er wordt steeds meer elektriciteit opgewekt uit goedkope energiebronnen zoals wind en zon. Toch zal de sterke invloed van de gasprijzen op de elektriciteitsprijzen voorlopig blijven bestaan.
Het effect van de prijs is terug te zien in het verbruiksgedrag. Huishoudens en bedrijven zijn minder gas gaan gebruiken toen de prijzen sterk stegen, met name in de periode 2022–2023. Dit heeft mede te maken met de besparingsmogelijkheden op korte termijn. Zo zetten mensen de verwarming lager, verwarmen ze minder ruimtes, douchen ze korter of stappen ze versneld over op alternatieven.
Het verbruik van elektriciteit daalt minder sterk als de prijs stijgt. Ondanks de prijsschommelingen is het elektriciteitsverbruik relatief stabiel gebleven. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat elektriciteit veel breder en continu wordt ingezet, zoals bij huishoudelijke apparaten en ICT. Daardoor kan je er minder makkelijk op bezuinigen.
Bovendien zorgt de energietransitie juist voor een stijgende elektriciteitsvraag, doordat gasverwarming (deels) vervangen wordt door warmtepompen of een diesel/benzineauto door een elektrisch voertuig. Hierdoor wordt een eventuele prijs-gerelateerde daling weer gecompenseerd.
Voor het energiebeleid is het relevant dat kleinverbruikers gevoeliger zijn voor de prijsschommelingen van gas dan voor die van elektriciteit. Bij sterke prijsstijgingen van gas passen mensen snel hun gedrag aan. Bij elektriciteit is die reactie minder sterk. Extra hulp van de overheid, nieuwe technologie en bewustwording kunnen mensen helpen om ook op het elektriciteitsverbruik te besparen.
Gasverbruik door kleinverbruikers per gemeente
In de vorige figuur zagen we al dat het gasverbruik is gedaald in de MRA als gevolg van de prijsstijging van gas, met name in de periode 2022-2023 . In de volgende figuur is de verandering in gasverbruik per gemeente per aansluiting te zien. Door per aansluiting te kijken wordt de ontwikkeling niet vertekend door maatregelen zoals nieuwbouw en (uitbreiding van) stadswarmte, die per gemeente kunnen verschillen.
Zie ook
De prijs heeft het grootste effect op de verandering in verbruik. Op basis van deze prikkel past men het gebruiksgedrag relatief makkelijk aan door de thermostaat lager te zetten, minder ruimtes te verwarmen of korter te douchen. In 2022 was er de overheidscampagne ‘Zet ook de knop om’ met maatregelen voor huishoudens om gas te besparen.
Ook grotere maatregelen zijn in deze periode door kleinverbruikers genomen. Volgens de Vereniging Warmtepompen nam juist in de periode 2022-2023 de vraag naar (hybride) warmtepompen enorm toe. Dit was niet alleen het gevolg van de prijsstijging van gas. De beschikbaarheid van de ISDE-subsidie (Investeringssubsidie Duurzame Energie) maakte warmtepompen financieel aantrekkelijker. Een warmtepomp zorgt voor een lager gasverbruik maar draagt wel bij aan hoger elektriciteitsgebruik.
In een aantal MRA-gemeentes ligt het gebruik van aardgas van kleinverbruikers ruim boven het gemiddelde. Het gaat met name om de gemeentes Laren, Blaricum en Bloemendaal. Dit hogere verbruik kan te maken hebben met de grootte van de woningen en panden of het inkomen.
In de periode na 2021 is in alle gemeenten het gasverbruik blijvend verlaagd. Er zijn wel verschillen in hoeveel het verbruik is afgenomen. In bepaalde gemeenten is een reductie van zo’n 25 procent bereikt. Dat zijn bijvoorbeeld Waterlanden, Edam-Volendam, Heemstede. In andere gemeenten is de reductie in de periode tussen 2021 en 2023 onder de 20 procent gebleven.
De verschillen kunnen met allerlei zaken te maken hebben, zoals prijsgevoeligheid of de capaciteit om te investeren in verduurzamingsmaatregelen. Ook zijn relatief nieuwe gebouwen vaak al goed geïsoleerd bij oplevering, waardoor verdere reductie van het gasverbruik minder makkelijk te bereiken is.
Opvallend is de stijging in verbruik in de meest recente periode in 2025, ondanks de lichte toename in de prijs van aardgas. Dat kan komen doordat mensen hun energiebesparende gedrag een beetje laten verwateren. Soms vallen gebruikers weer terug in oude gewoonten.
Elektriciteitsverbruik door kleinverbruikers per gemeente
Hierboven was al te zien dat elektriciteitsverbruik minder gevoelig is voor prijsschommelingen dan gasverbruik. Activiteiten waarvoor elektriciteit gebruikt wordt, zijn minder snel onderhevig aan verandering, zoals het gebruik van de televisie, koelkast of (af)wasmachine. Verder zou nieuwe elektriciteitsvraag door warmtepompen en elektrische auto’s een daling door de prijs kunnen compenseren. Toch was er in 2022 en 2023 ook in het elektriciteitsverbruik enige daling.
Net als bij gasverbruik gebruiken woningen in Blaricum, Laren en Bloemendaal relatief het meest per aansluiting. De reductie in elektriciteitsverbruik in de periode december 2021 tot december 2023 is behoorlijk kleiner dan de reductie in gasverbruik.
Diemen, Purmerend en Wormerland hebben de grootste reductie van bijna 12 procent gerealiseerd in die periode. Lelystad en Amsterdam hebben de laagste reductie, van ongeveer 7 procent. De verschillen kunnen te maken hebben met de wisselende mogelijkheden per gemeente om maatregelen te nemen. In sommige gemeenten zijn er bijvoorbeeld minder woningen met genoeg ruimte om zonnepanelen te plaatsen.
Ontwikkelingen energieverbruik van grootverbruikers
Het belangrijkste verschil tussen een grootverbruiker en een kleinverbruiker van energie (elektriciteit en gas) zit in de capaciteit van de aansluiting. Een grootverbruiker heeft een aansluiting groter dan 3x80 ampère voor elektriciteit en een gasaansluiting die meer dan 40 kubieke meter per uur doorlaat. Grootverbruikers zijn meestal grote bedrijven en kantoren, maar ook bijvoorbeeld ziekenhuizen of datacenters.
Grootverbruikers hebben meer verantwoordelijkheid voor het regelen van hun energiezaken. Daartegenover staat dat ze wel kunnen onderhandelen over energietarieven en leveringsvoorwaarden. De data over grootverbruik laten zien dat grootverbruikers in de MRA ook een blijvende reductie in gasverbruik hebben gerealiseerd in de afgelopen jaren, namelijk een daling van 23 procent sinds 2020.
Deze daling lijkt met name te komen door het aardgasvrij maken van vestigingen. Tussen 2021 en 2025 is het aantal gasaansluitingen van grootverbruikers met ongeveer driehonderd afgenomen. Elektriciteitsgebruik is in diezelfde periode juist toegenomen met 12 procent. In die periode is ook het aantal aansluitingen met zo’n 2.500 gestegen.
Gasverbruik door grootverbruikers per gemeente
In onderstaande grafiek kijken we naar het gasverbruik per aansluiting van grootverbruikers. Daarbij gaat het dus om het gemiddelde verbruik. We hebben de cijfers gecorrigeerd voor nieuwe aansluitingen van bedrijven of juist het wegvallen ervan. Purmerend en Uithoorn steken ver uit boven de andere gemeentes, waarschijnlijk omdat daar een aantal industriële verbruikers gevestigd is die het gemiddelde omhoog trekken.
In deze grafiek is geen duidelijke reactie op de prijsschommelingen zichtbaar. Bij de meeste gemeentes is er wel een lichte daling te zien over de afgelopen 5 jaar die waarschijnlijk verband houdt met de bredere energietransitie.
Elektriciteitsverbruik door grootverbruikers per gemeente
Ook bij elektriciteitsverbruik van grootverbruikers is er geen duidelijke reactie op de prijsschommelingen zichtbaar. Wel zijn er een aantal interessante trends. De meest in het oog springende is de groei van het verbruik per aansluiting in Haarlemmermeer. Dit hangt samen met de oplevering van een aantal grote datacenters rond Schiphol. Deze centers verbruiken grote hoeveelheden elektriciteit en daarmee wordt het gemiddelde omhoog getrokken.
Bij veel andere gemeentes is in het jaar 2020 juist een daling te zien. Dit zou te maken kunnen hebben met de maatregelen tijdens de coronapandemie. Tijdens de lockdowns werden bijvoorbeeld veel bedrijfspanden minder gebruikt.