Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Hoogconjunctuur in het trouwerijbedrijf

Steeds minder mensen trouwen. Jonge koppels kiezen er nu vaker voor dan vroeger om ongehuwd samen te wonen en kinderen te krijgen. Tot het begin van de jaren zeventig was dat wel anders. De Amsterdamse huwelijkscijfers die we vinden in de oude jaarboeken van O&S vertellen ons veel over grote gebeurtenissen en maatschappelijke veranderingen.

Bruidspaar arriveert per ‘huwelijksboot’. Bron: Stadsarchief Amsterdam

De burgerlijke stand te Amsterdam heeft gisteren een record geboekt. Na de afkondiging van de mobilisatie is het aantal huwelijken sterk toegenomen. In de eerste mobilisatieweek waren er al tientallen huwelijken meer dan gewoonlijk, in de tweede week nam het nog meer toe en naar te verwachten is, hebben gisteren tweehonderd vijftig paartjes aangeteekend. Een record van alle tijden!

Dat schrijft de Leeuwarder courant op 21 september 1939. Eind augustus heeft de regering de algemene mobilisatie afgekondigd. Zo bereidt Nederland zich voor op de dreigende oorlog. De mobilisatie zorgt voor een piek in het aantal huwelijken. Jonge stellen willen zich nog snel in het echt verbinden voordat de man misschien voor lange tijd weg is. Ook kunnen de vrouwen van gemobiliseerde soldaten een kostwinnersvergoeding krijgen.

De mobilisatiehuwelijken kunnen we ook terugvinden in de jaarboeken van het Bureau van Statistiek der Gemeente, de voorganger van O&S. Er trouwen in het mobilisatiejaar 9.562 koppels in de stad. Dat is flink meer dan de jaren ervoor. Zo worden een jaar eerder 7.151 huwelijken gesloten. Tot 1939 ligt het record in 1922, toen 7.327 koppels in Amsterdam elkaar het ja-woord gaven.

Al snel wordt het huwelijksrecord van 1939 alweer verbroken. In 1942 stappen 10.983 koppels in het huwelijksbootje. Dat is deels te verklaren doordat joodse Amsterdammers hopen dat het huwelijk hen zal beschermen tegen deportatie. In maart 1942 roept de Duitse bezetter ongetrouwde joodse mannen op voor de werkkampen, maar getrouwde mannen nog niet.

Maar er zijn ook heel veel huwelijken onder niet-joodse Amsterdammers. Niet alleen in Amsterdam, maar in heel Nederland wordt er veel getrouwd, kunnen we uit cijfers van het CBS opmaken. Het Volk schrijft op 11 mei 1942:

Er heerst op het ogenblik in één gemeentebedrijf een ware hoogconjunctuur, dat is in het trouwerijbedrijf. Nog nimmer is de belangstelling voor het huwelijksbootje zo groot geweest, zelfs in de eerste maanden van de mobilisatie was het niet zo druk op het Prinsenhof.

In 1944 worden weinig huwelijken gesloten. Veel Amsterdammers stellen hun huwelijk uit in dat zware oorlogsjaar waarin de bevrijding op zich laat wachten. Maar de jaren na de oorlog trouwen juist heel veel stellen. Het Parool kopte op 5 december 1946: ‘Huwelijkshausse en geboortenhoogtij’. Zowel in 1946 als 1947 stappen meer dan tienduizend koppels in het Amsterdamse huwelijksbootje.

Dat mensen hun huwelijk uitstellen in tijden van onzekerheid zien we ook aan de cijfers van het interbellum. Zijn er tijdens de Eerste Wereldoorlog gemiddeld per jaar 8,3 huwelijken per duizend inwoners, in 1920 is dat toegenomen tot 10,5. De crisis van de jaren dertig brengt veel onzekerheid met zich mee. In 1932 trouwen in Amsterdam slechts 7,9 koppels per duizend inwoners.

Babyboomgeneratie

Na de Tweede Wereldoorlog is er niet alleen een grote huwelijksgolf, maar ook een geboortegolf: de babyboom. Als de babyboomgeneratie in de loop van de jaren zestig de huwbare leeftijd bereikt, zorgt dat weer voor een huwelijksgolf. In deze tijd daalt de gemiddelde leeftijd waarop mensen trouwen. Ook dat draagt bij aan het grote aantal huwelijken.

In de loop van de jaren zeventig neemt het aantal huwelijken hard af: trouwen wordt steeds minder de standaard. Ook neemt de gemiddelde huwelijksleeftijd weer toe. Aan het begin van de jaren negentig is er weer een piek. Dat komt doordat de kinderen van de babyboomgeneratie rond die tijd oud genoeg worden om te trouwen.

Steeds vaker wonen stellen ongetrouwd samen. Een huwelijk is niet meer noodzakelijk. Dat komt doordat vrouwen sinds de jaren zestig steeds minder afhankelijk zijn van een man. Zij gaan studeren en de vraag naar vrouwen op de arbeidsmarkt groeit in die tijd. Ook verandert de publieke opinie: het is vandaag de dag heel normaal geworden om kinderen te krijgen zonder dat je getrouwd bent. Stellen kiezen daarnaast sinds 1998 steeds vaker voor een geregistreerd partnerschap.

Aan de andere kant neemt vanaf het begin van de jaren zeventig het aantal echtscheidingen toe. Over die ontwikkeling schreef Onderzoek en Statistiek in 2014 al een artikel, dat op onze website te vinden is.