Als er nu verkiezingen zouden worden gehouden, komt de PvdA, met 19,4 procent van de stemmen als grootste uit de bus, gevolgd door GroenLinks, met 13,9 procent. D66 komt uit op 12,1 procent en de VVD op 10,5 procent. Gezamenlijk komen PvdA en GroenLinks iets hoger uit dan bij de afgelopen verkiezingen, waarbij de PvdA net iets meer wint dan GroenLinks verliest. Voor D66 is er licht verlies, terwijl de VVD gelijk blijft.

Winst is er ook voor de Partij voor de Dieren en voor Volt. SP, DENK, CDA en JA21 blijven ongeveer gelijk. BIJ1 verliest fors, maar lijkt nog voldoende kiezers te kunnen blijven behouden voor een zetel. De Partij van de Ouderen lijkt met 2,5 procent ook net voldoende stemmen te kunnen halen voor een zetel. Voor Forum voor Democratie, CU en BBB lijkt dat vooralsnog niet het geval.

In onderstaande tabel is de volledige uitkomst van de peiling weergegeven. Het aantal zetels is indicatief.

Amsterdammers plaatsen zich links van het politieke midden

In de peiling hebben we Amsterdammers gevraagd waar zij zich zouden plaatsen op een lijn van 1 (links) tot en met 7 (rechts). Amsterdammers plaatsen zich gemiddeld links van het politieke midden (3,1). Dit zagen we ook in eerdere jaren (Amsterdamse Burgermonitor 2023).

Dit zien we ook in de specifieke posities: positie 1 wordt vaker gekozen dan positie 7. Amsterdammers plaatsen zich echter het vaakst op plek 2 en 3. Dertien procent geeft de middenpositie (4) aan. Zeven procent geeft overigens aan deze indeling niet te willen gebruiken.

We zien daarbij verschillen op basis van geslacht en opleidingsniveau. Vrouwen en hbo, wo opgeleide Amsterdammers plaatsen zich daarbij linkser dan mannen en basis, mbo opgeleide Amsterdammers.

Iets minder dan de helft vindt dat het de verkeerde kant op gaat met Amsterdam (45 procent). Een kleiner aandeel vindt dat het de goede kant op gaat met Amsterdam (32 procent). Een op de vijf Amsterdammers vindt dat het evenveel de goede als de slechte kant op gaat en vier procent weet het niet.

Wonen en verharding van de samenleving grootste zorgen

Wonen en de woningmarkt worden het vaakst als zorg genoemd voor Amsterdam. Meer dan de helft noemt dit als zorg (55 procent). Op de tweede plek komt de verharding van de samenleving. Dit wordt door een derde genoemd. Op de derde plek komt toerisme en drukte, ongeveer een kwart heeft dit als zorg genoemd.

We zien daarbij een aantal verschillen tussen Amsterdammers en hun positie op de links-rechtsschaal. Voor alle drie de groepen zien we dat wonen en woningmarkt het vaakst als zorg genoemd wordt. Voor Amsterdammers die zich links of midden op de links-rechtsschaal plaatsen komt daarna de zorg over de verharding van de samenleving. Bij Amsterdammers die zich rechts plaatsen komt op de tweede plek criminaliteit en veiligheid.

Op de derde plek zien we de meeste verschillen. Amsterdammers die zichzelf links plaatsen van het politieke midden maken zich zorgen over toerisme en drukte. Amsterdammers die zichzelf in het politieke midden plaatsen maken zich zorgen over het onderhoud van de openbare ruimte. Amsterdammers die zichzelf rechts plaatsen van het politieke midden maken zich zorgen over het functioneren van de politiek.

Daarnaast zien we verschillen op basis van welke kant het op gaat met Amsterdam. De top drie zorgen is vrijwel gelijk. Het enige verschil zien we bij Amsterdammers die vinden dat het de verkeerde kant op gaat met de stad. Zij maken zich relatief veel zorgen over het functioneren van de politiek.