Amsterdamse Burgermonitor 2023
- Publicatie
- september 2024
Amsterdammers waarderen hun stad: een ruime meerderheid voelt zich verbonden met de stad en woont er prettig. Maar er zijn ook zorgen over de toekomst. De helft van de inwoners vindt dat het de verkeerde kant op gaat met Amsterdam. Net als eerdere jaren is de woningnood het grootste punt van zorg. Andere zorgen gaan over veiligheid en criminaliteit, verkeer en vervoer en afval. Dat blijkt uit de nieuwe Burgermonitor.
Onderzoek en Statistiek doet dit onderzoek sinds 1999. Het biedt een overzicht van het gedrag en de opvattingen van Amsterdammers op het gebied van de politiek, gemeentelijke dienstverlening, het gebruik van media en het samenleven in de stad. Dit jaar bestaat de Burgermonitor 25 jaar.
Zie ook
Het vertrouwen in de Amsterdamse instituties is stabiel. Over het algemeen hebben Amsterdammers ook meer vertrouwen in de Amsterdamse instituties dan in de landelijke. In de afgelopen jaren is het aandeel inwoners dat een activiteit heeft ondernomen om iets politiek aan de orde te stellen stabiel. De bekendheid van de lokale coalitiepartijen is toegenomen. De burgemeester blijft onverminderd bekend. Veel inwoners gebruiken één of meerdere kanalen van de gemeente om op de hoogte te blijven van wat er gebeurt in Amsterdam.
De verbondenheid met de stad gaat voor sommigen ook gepaard met zorgen. Naast de zorgen over de toekomst blijven Amsterdammers het gevoel hebben dat ze weinig politieke invloed hebben. Slechts 14 procent geeft aan voldoende invloed te hebben op wat er over de stad wordt besloten. Stadsdeelvoorzitters zijn daarnaast nauwelijks bekend. Tegelijkertijd zoeken inwoners in de eerste plaats op het niveau van het stadsdeel contact met politici als zij dat willen.
Verschillen tussen groepen
De houding en het gedrag van Amsterdammers hangt af van hun opleiding, leeftijd, inkomen en migratieachtergrond. Verschillen tussen groepen worden problematisch wanneer deze groepen weinig met elkaar in aanraking komen. Daardoor zijn ze zich er niet altijd van bewust dat andere mensen ook andere ervaringen en mogelijkheden hebben.
Vooral Amsterdammers met een hoog inkomen, met een hbo- of wo-opleiding en zonder migratieachtergrond gaan overwegend of uitsluitend om met mensen die op hen lijken. Als ze met Amsterdammers omgaan die van hen verschillen, dan vaak alleen met mensen met een andere herkomst of culturele achtergrond.
Los van hun achtergrondkenmerken, zien we dat Amsterdammers die gaan stemmen anders naar de stad kijken dan niet-stemmers. Ook inwoners die vinden dat hun belangen in de gemeenteraad worden vertegenwoordigd beleven de stad anders dan inwoners die dat niet vinden. Amsterdammers die zich vertegenwoordigd voelen, hebben meer vertrouwen in de gemeenteraad. Zij beoordelen de dienstverlening van de gemeente daarnaast positiever. Ook volgen zij vaker het nieuws, maar ze maken zich wel meer zorgen over desinformatie.
Discriminatie en polarisatie
Gescheiden leefwerelden vormen een risico voor het samenleven in de stad. Dat blijkt ook uit de discriminatie die inwoners ervaren. Achttien procent van de Amsterdammers ervaart discriminatie, vooral op basis van huidskleur en nationaliteit. Ook discriminatie door de politie, de landelijke overheid of de gemeente komt voor. Discriminatie hangt samen met politieke participatie. Amsterdammers die discriminatie hebben ervaren geven relatief vaak aan zeker niet te gaan stemmen. De acceptatie van seksuele en genderdiversiteit lijkt daarnaast onder druk te staan, al is nog steeds een meerderheid accepterend.
Polarisatie vormt een ander risico voor het samenleven in de stad. Amsterdammers maken zich daar zorgen over. Een meerderheid denkt dat de verschillen in mening over maatschappelijke kwesties groter worden. Ook zien we dat de omgang tussen inwoners met verschillende politieke opvattingen minder vaak als goed wordt bestempeld. Verder maakt een ruime meerderheid van de Amsterdammers zich zorgen om desinformatie.
Vooralsnog lijkt de stad de druk op de randvoorwaarden te weerstaan. Zo gaan weinig Amsterdammers andere mensen haten om de standpunten die zij innemen. Dat is in lijn met de verbondenheid met de stad die inwoners voelen en hun tevredenheid over hoe zij leven in de stad. Ook oordelen zij dat de omgang tussen groepen over het algemeen vaker goed dan slecht is.