GroenLinks blijft D66, dat ook een paar procent verliest, nipt voor. De PvdA groeit een paar procentpunten en lijkt zich te kunnen mengen in de strijd wie de grootste partij wordt. De VVD verliest licht. Volt is de grootste nieuwkomer met 7 procent, JA21 wint fors en krijgt negen procent van de stemmen. BIJ1 groeit en gaat van twee naar vier procent. De grootste verliezers zijn SP, DENK en FvD.

De huidige coalitiepartijen (GroenLinks, D66, PvdA, SP) zouden, uitgaande van de laatste peiling, gezamenlijk zo’n 45 procent van de stemmen krijgen. Dit is meer dan de eerder dit jaar gepeild, maar onvoldoende voor een meerderheid.

Onderzoek en Statistiek vroeg eerder deze maand aan ongeveer 1.000 Amsterdammers op welke partij zij zouden stemmen als er nu gemeenteraadsverkiezingen waren. Daarnaast is een aantal andere vragen voorgelegd, bijvoorbeeld waar men belang aan hecht bij het kiezen van een kandidaat en welke kant het op gaat in Amsterdam (zie figuur hieronder).

De groep die denkt dat het de verkeerde kant op gaat met de stad (47 procent) is iets groter dan de groep die vindt dat het de goede kant op gaat (43 procent). Dit is vergelijkbaar met de peiling in januari en metingen in eerdere jaren (Bijvoorbeeld in de Burgermonitor 2019). Amsterdammers die op een partij uit de coalitie stemmen zijn aanzienlijk positiever over de koers van Amsterdam dan degenen die zeggen op een nieuwe partij of oppositiepartij te gaan stemmen.

Respondenten is ook gevraagd hoe zij bepalen welke kandidaat op de lijst hun stemt krijgt. Hierbij konden meerdere antwoorden worden gegeven. Verreweg het vaakst kiest men voor de eerste (vrouwelijke) kandidaat op de lijst. Iets minder dan een op vijf kiest de kandidaat die het beste kan opkomen voor de belangen van de respondent. In een op de tien gevallen speelt het persoonlijk kennen van de kandidaat een rol in de stemkeuze.