Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Van cocaïnefabriek tot liquidatiegolf: drugscriminaliteit in Amsterdam

De afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek en haar voorgangers verzamelen al sinds 1894 feiten en cijfers over de stad Amsterdam. Ook over drugscriminaliteit.

Last van uw ‘sexuaal-systeem’ of een verzwakt zenuwgestel? Of misschien van verlamming der extremiteiten, een pijnlijke aandoening van de ruggengraat of een slepende gang? Eind negentiende eeuw hoef je als Amsterdammer niet lang te zoeken naar een oplossing. Regelmatig staan er advertenties in de krant waarin de heilzame werking wordt bezongen van ‘Coca-Pillen, bereid van versche bladeren der Coca-Plant’. Wel goed oppassen voor vervalsingen. De enige echte koop je per doos van honderd bij Wakker op de Kalverstraat. Voor maar twee gulden…

Reclame voor Coca pillen uit het Algemeen Handelsblad, 4 mei 1882

Reclame voor Coca pillen uit het Algemeen Handelsblad, 4 mei 1882

Het gebruik van cocaïne is dan nog niet verboden. Sterker nog: ook de productie is legaal. In maart 1900 wordt in Amsterdam de Nederlandsche Cocaïnefabriek (NCF) opgericht. Aan de Schinkelkade worden cocaplanten uit Nederlands-Indië verwerkt tot cocaïne voor medicinaal gebruik. Al snel gaan de zaken zo goed dat de NCF verhuist naar een groter complex aan de Duivendrechtsekade. Daar wordt naast cocaïne ook heroïne en opium gemaakt.

Het gebruik van verdovende middelen blijft nog jaren legaal. Het enige genotsmiddel dat schadelijk is voor de gezondheid en gezien wordt als bron van criminaliteit en armoede, is alcohol. In de Amsterdamse statistische jaarboeken uit die tijd is ‘chronisch of acuut’ alcoholisme dan ook een veel voorkomende doodsoorzaak. De Amsterdamse politie maakt in 1915 in totaal 18.512 processen-verbaal op, waarvan 3.155 keer voor openbaar dronkenschap.

De Nederlandsche Cocaïne Fabriek aan de Duivendrechtsekade in 1938 (Bron: Stadsarchief Amsterdam)

Blowing in the wind

De overheid begint zich in de jaren tien van de twintigste eeuw toch zorgen te maken over de verslavende werking van drugs. En over criminaliteit in verband met drugs: illegale productie en handel, en liquidaties. Zeker nadat in 1918 op één dag drie moorden worden gepleegd. De politie richt een Narcoticabrigade op, die de illegale productie en handel moet tegengaan. In 1921 staat Tse Nan Wang uit Shanghai, woonachtig Warmoesstraat 51, als eerste opiumdealer voor de rechter.

In de jaren vijftig kun je bij de Cotton Club op de Nieuwmarkt terecht voor iets nieuws: marihuana. Dealers en gebruikers zijn vooral zeelui en Amerikaanse soldaten gelegerd in West-Duitsland. Maar ook Amsterdammers nemen graag een hijs: “Vage figuren, wier jeugd in nauwe broekspijpen en windjacks werd uitgedragen,” aldus de kranten. “Studenten, pseudo-musici en andere zogenaamde kunstenaars.”

In 1968 steekt en schiet ‘Woeste Waldy’ op de Zeedijk twee mensen dood. Het zijn de eerste moorden gepleegd onder invloed van een drug die snel aan populariteit wint: heroïne. In heel 1970 neemt de Narcoticabrigade welgeteld 50 gram in beslag, daarna gaat het alleen nog per kilo. Het Nederlandse gedoogbeleid krijgt wereldfaam: verkoop en gebruik van marihuana, hasj en wiet worden toegestaan, maar de productie is verboden. Mellow Yellow opent in 1973 als eerste coffeeshop zijn deuren.

Drugsgerelateerde aanhoudingen 1991-2014

Drugsgerealeerde aanhoudingen 1991-2014 (Bron: OIS)

In 1976 wordt in de Opiumwet voor het eerst onderscheid gemaakt tussen soft- en harddrugs. Dealers en verslaafden worden vanaf dat moment hard aangepakt en de politie houdt schoonveegacties op de Zeedijk en rond de Nieuwmarkt.

Desondanks loopt het aantal heroïnedoden op, worden er steeds meer moorden gepleegd die verband houden met drugs en is de handel erin een miljoenenbedrijf geworden. Deskundigen spreken voor het eerst over ‘georganiseerde criminaliteit’. De jaarboeken van OIS laten rond 1993 een piek zien in aanhoudingen voor drugsbezit: 2.474 keer; 1.349 keer wordt iemand aangehouden voor handel in drugs. 

In 1994 en 1995 telt Amsterdam zo’n 5.000 harddrugsverslaafden. Amsterdammers woonachtig in Centrum, Oud-Zuid en Oost noemen in die jaren drugs het grootse probleem in de wijk – en in 1995 doen ook de bewoners van Oud-West dat.

Drugsgerealeerde aanhoudingen 1991-2014

De politie verdrijft heroineverslaafden van de Zeedijk in 1984 (Bron: ANP)

Genot wordt duur betaald

Nederland is volgens een onderzoek dat de Amsterdamse burgemeester Halsema in 2019 laat uitvoeren een van de belangrijkste producenten van synthetische drugs en cannabis ter wereld. De hoofdstad is bovendien het Europese handelscentrum voor cocaïne. In de drugshandel gaan miljarden om, een handel waarin Amsterdamse criminelen een hoofdrol spelen. Bij de strijd tussen de diverse groepen zijn grof geweld en liquidaties eerder regelmaat dan uitzondering en onschuldige omstanders, kroongetuigen en advocaten hun leven ook niet zeker. 

Een handgranaat aan een deurkruk of opnieuw een ‘afrekening in het criminele circuit’. Het levert schokkende beelden op in het nieuws, beelden die onrust veroorzaken. Volgens de Moordatlas van Amsterdam vinden er in de periode 2010 tot en met 2018 in de stad gemiddeld zes liquidaties per jaar plaats die verband houden met de handel in drugs. In diezelfde periode komen zes mensen om bij spontane ruzie over drugs en nog eens twee bij een ‘ripdeal’, een drugsdeal waarbij de rover er met de drug en het geld vandoor gaat.

Sommige vormen van criminaliteit rond drugs zijn minder zichtbaar. Zo wordt drugsgeld onder andere geïnvesteerd in woningen, horeca, coffeeshops en toeristenwinkels. Volgens het Trendbeeld van de politie over 2018 domineert vooral de cocaïnehandel de ondermijnende criminaliteit in Amsterdam, gevolgd door de markten van synthetische drugs en cannabis. In Amsterdam zijn vrijwel alle criminele groeperingen (mede) actief op de cocaïnemarkt.

Amsterdammers ervaren steeds meer last van drugscriminaliteit. Volgens de Staat van de Stad Amsterdam X gaf in 2018 27 procent van de respondenten aan dat drugsgebruik of drugshandel weleens voorkomt in hun buurt. Bijna een kwart van hen (23 procent) ervaart hiervan veel overlast. 

Er is ook een andere kant van het verhaal: Amsterdammers en bezoekers van de stad zijn ook flinke gebruikers. In 2019 telt Amsterdam 167 coffeeshops, meer dan de helft daarvan in het centrum. Uit rioolonderzoek blijkt dat in de stad elke dag zo’n vier kilo cocaïne wordt gebruikt, voor een niet onaanzienlijk deel in het bedrijfsleven. En dat is niet vanwege een haperend ‘sexuaal-systeem of een verzwakt zenuwgestel.

Grote foto: Cocaïne, Amsterdam 24 juli 1894. (Bron: ANP)