Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Verkeer in cijfers

Amsterdam wordt steeds drukker. Inwoners, bezoekers en toeristen bewegen zich elke dag op allerlei manieren door de stad. Dat doen zij vooral op de fiets, lopend en met de auto. Mobiliteit stelt Amsterdammers in staat banen, voorzieningen en sociale contacten te bereiken. De drukte op de weg zorgt aan de andere kant ook voor meer verkeersongelukken. Wat is nu de stand van zaken rond alle verplaatsingen en het vervoer in Amsterdam?

Hoe verplaatsen Amsterdammers zich?

De afgelopen decennia verplaatsten Amsterdammers zich steeds minder. Was dat in 2005 nog gemiddeld 3,1 keer per dag, in 2022 was dit afgenomen tot 2,4 keer per dag. Dat dat aantal de afgelopen twintig jaar is afgenomen komt doordat werk, winkelen en dienstverlening zijn gedigitaliseerd. Amsterdammers werken tegenwoordig meer thuis en doen aankopen vaker online.

In 2022 verplaatsten Amsterdammers zich het meest met de fiets. Daarna deden zij dat vooral lopend en met de auto. In vergelijking tot coronajaar 2021 zijn alle soorten verplaatsingen toegenomen. Lopen is hierop de enige uitzondering. Amsterdammers liepen in 2022 minder dan in 2021.

Hoeveel gebruik maken Amsterdammers van verschillende motorvoertuigen?

Sinds 2015 heeft ongeveer een kwart van de volwassen Amsterdammers een auto. Dat aandeel is al jaren stabiel. Begin 2023 waren er bijna 220 duizend personenauto’s van particulieren in de stad. Dat betekent dat elk huishouden in Amsterdam gemiddeld 0,4 auto heeft. Dat is het laagste aantal van alle gemeenten in Nederland. Zowel landelijk als in de Metropoolregio Amsterdam ligt het gemiddelde op één auto per huishouden.

Aan de andere kant neemt het aantal elektrische auto’s al jaren snel toe. Zo waren er in Amsterdam eind 2023 ongeveer 40.000 elektrische of plug-in hybride auto’s. Begin 2023 was dat aantal zo’n 30.000. Eind 2019 waren het er nog geen 10.000. Dat is een verviervoudiging in vier jaar tijd. Ongeveer 12 procent van de personenauto’s in Amsterdam was in 2022 milieuvriendelijk. Dat zijn elektrische auto’s, maar ook auto’s die rijden op aardgas of waterstof. In 2023 was dat verder opgelopen tot ruim 15 procent.

Ook andere motorvoertuigen maken de rijbaan steeds drukker. Sinds 2019 moeten snorfietsers binnen de ring A10 op de rijbaan rijden en een helm dragen. Daardoor nam het aantal snorfietsen in Amsterdam in 2019, 2020 en 2021 af. Het aantal bromfietsen stijgt intussen sinds 2019. Voor bromfietsers was het al veel langer verplicht om met helm op de rijbaan te rijden. Mogelijk stapten Amsterdammers in 2019 over naar de snellere bromfiets toen deze verplichting er ook kwam voor de snorfiets. In 2022 stokte de afname van snorfietsen. Toen waren er voor het eerst weer meer van dit soort voertuigen in de stad dan het jaar ervoor. Ook het aantal motorfietsen steeg tussen 2016 en 2022 met 11 procent.

Hoeveel gebruik maken Amsterdammers van andere manieren van vervoer?

Amsterdammers nemen steeds vaker de fiets. In 2022 was een op de drie verplaatsingen met de fiets. Aan het eind van de vorige eeuw was dat nog geen kwart. Een meerderheid van de groep ondervraagde inwoners gaf in 2022 aan dat ze vaak door de stad fietsen. Dat de fiets populair is, blijkt ook uit de tevredenheid van fietsers. In 2023 gaven ondervraagde fietsers Amsterdam als fietsstad gemiddeld een 7,3 als rapportcijfer.

Daarnaast maken Amsterdammers ook steeds vaker gebruik van elektrische fietsen. De elektrische fiets is al jarenlang aan een opmars bezig. Het aantal Amsterdamse huishoudens met een elektrische fiets nam toe van 29.800 in 2018 tot 57.000 in 2021. Vooral fatbikes bepalen steeds meer het straatbeeld. Omdat voor fatbikes geen helm nodig is, gebruiken Amsterdammers ze vaak in plaats van een bromfiets of snorfiets. Het is aannemelijk dat een deel van de snorfietsgebruikers in 2019 overstapte op de fatbike. Toen ging voor snorfietsers de helmplicht in. Exacte cijfers over de verkoop van fatbikes zijn er niet, omdat verkopers geen onderscheid maken tussen fatbikes en andere elektrische fietsen.

Verder maakten mensen in Amsterdam in 2022 in totaal 204 miljoen ritten met het openbaar vervoer. In de twee jaren ervoor reisden Amsterdammers minder met het OV door corona. Toch bleven de aantallen in 2022 achter op recordjaar 2019. In dat jaar namen reizigers 267 miljoen keer het OV in Amsterdam. Bij vervoersbedrijf GVB waren er in 2022 op een gemiddelde werkdag 25 procent minder ritten dan in 2019. Dit kan komen doordat Amsterdammers vaker thuiswerken. Ook pakken steeds meer Amsterdammers de elektrische fiets in plaats van het OV.

Hoe veilig is het verkeer in Amsterdam?

De toename van de hoeveelheid verkeer zorgt ook voor meer verkeersongevallen in de stad. In 2022 was het aantal ernstig gewonden in het verkeer 1.150 volgens de politie. In de drie jaren daarvoor was dat gemiddeld 900 ernstig gewonden. De ambulancedienst registreerde 4.845 verkeersongevallen in 2022 waarbij een ambulance nodig was.

Ook landelijk nam het aantal fietsers dat een dodelijk verkeersongeluk had in 2022 toe. In de afgelopen vijf jaar vielen in veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland per duizend kilometer rijweg acht verkeersdoden. Samen met veiligheidsregio Haaglanden is dat relatief het hoogste aantal van alle Nederlandse regio’s.

In de periode tussen 2018 en 2021 was het aantal fietsongevallen in Amsterdam juist afgenomen. Dat was voor een belangrijk deel het gevolg van de verplaatsing van snorfietsen naar de rijbaan. In andere grote steden in Nederland mochten snorfietsen toen nog op de fietspaden rijden. In die steden nam het aantal fietsongevallen in deze periode minder af of zelfs toe.

Dat het aantal ernstig gewonden in het Amsterdamse verkeer nu weer toeneemt, kan komen door de groeiende drukte op voet- en fietspaden afgelopen jaar. Ook blijkt uit cameratoezicht dat veel scooters op fietspaden rijden waar dat niet mag. Daarnaast zijn er ook zorgen dat het aantal ongevallen toeneemt door de populariteit van elektrische fietsen. Maar of fietsen op een elektrische fiets in het algemeen risicovoller is dan fietsen op een gewone fiets is niet duidelijk.

Ongevallen tussen auto’s en fietsers gebeuren onder andere door snelheidsverschillen en snelheidsovertredingen. Ook zijn er ongelukken doordat vrijliggende fietspaden soms ontbreken op wegen waar auto’s 50 kilometer per uur mogen rijden. Op steeds meer plekken is de maximumsnelheid nu aangepast naar 30 kilometer per uur. De verwachting is dat daardoor het aantal ongelukken zal afnemen met 20 tot 30 procent.