Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Verkiezingsuitslag: Grote verschillen tussen stad en land

De verkiezingen voor de Tweede Kamer van 22 november zijn in menig opzicht bijzonder. De uitslag, met grote winst voor de PVV en NSC en fors verlies voor de VVD, kwam voor velen als verrassing. Minstens zo opvallend zijn de grote verschillen tussen de landelijke uitslag en die in Amsterdam en andere grote steden.

Niet eerder was er sprake van zoveel verandering in het aantal zetels per partij. De opkomst van de nog maar kort bestaande partijen BBB en NSC heeft daaraan bijgedragen. Bovendien bepaalden veel kiezers pas vlak voor de verkiezingsdatum hun definitieve voorkeur.

Wie naar de uitslag van de verkiezingen kijkt, ziet dat die voor Amsterdam sterk afwijkt van het landelijke beeld. In de stad zijn vergelijkbare trends zichtbaar, maar sterker of juist minder sterk, bij een hoger of juist lager startniveau van partijen dan landelijk. Zo zijn GroenLinks-PvdA en DENK in Amsterdam groter en hebben ook meer gewonnen dan landelijk. PVV en NSC hebben minder gewonnen en zijn kleiner.

Bij de verdeling van voorkeur voor partijen over de stad veranderen de kleuren, maar niet de patronen: het centrum stemt links van het midden (in 2017 vooral GroenLinks en D66, in 2021 D66 en in 2023 GroenLinks-PvdA). In Nieuw-West doet DENK het goed, in landelijk noord en Driemond de PVV en in Zuid de VVD.

Vergelijken we de uitslag in de vier grote steden, dan vallen overeenkomsten op en verschillen. Zo deed DENK het in alle vier de steden beter en NSC het minder goed dan landelijk. Wat betreft GroenLinks-PvdA en PVV zijn er duidelijk twee blokken: Rotterdam en Den Haag en Utrecht en Amsterdam. In die laatste twee steden haalde GroenLinks-PvdA veel meer en de PVV veel minder stemmen dan in de rest van Nederland.