Het Grote Groenonderzoek 2024
- Publicatie
- september 2025
Amsterdammers en Weespers maakten in 2024 ongeveer even vaak gebruik van stedelijk groen als zes jaar eerder. Wel zijn er veranderingen in welke soorten groen zij vooral gebruiken. Dat blijkt uit het Grote Groenonderzoek dat Onderzoek en Statistiek heeft uitgevoerd. Met dit onderzoek krijgen we inzicht in hoe inwoners het groen gebruiken en waarderen.

Inwoners van de gemeente Amsterdam (hierna: Amsterdammers) ondernemen veel buitenactiviteiten, waarvan een groot deel in het groen plaatsvindt. Deelnemers aan het onderzoek geven aan dat het stedelijk groen belangrijk is om rust en geluk te ervaren, om te sporten en te bewegen en voor hun woonplezier, het sociale leven en de algehele leefbaarheid in de stad.
Zie ook
Amsterdammers gebruikten stedelijk groen in 2024 ongeveer even vaak als in 2018. Wel is er een duidelijke verschuiving in de soorten groen die zij vooral gebruiken. Het gebruik van centrale stadsparken zoals het Vondelpark en het Westerpark is afgenomen, terwijl het gebruik van buurtgroen en natuurparken aan de stadsrand is toegenomen. Ook maken Amsterdammers in 2024 meer gebruik van groengebieden buiten de stad.
Deze verschuiving lijkt samen te hangen met veranderende motivaties. Amsterdammers zoeken minder vaak groen op voor sociale activiteiten of culturele evenementen en richten zich meer op rust, natuurbeleving, sport en beweging.
Amsterdammers kiezen er vaker dan in 2018 voor om een groengebied vlakbij hun huis te bezoeken en gaan er vaker lopend heen. Bewoners die vinden dat groengebieden ver weg zijn, maken er ook minder gebruik van. Vooral als het gaat om sporten of bewegen in het groen speelt nabijheid een belangrijke rol.
De gemiddelde beoordeling van de Amsterdamse parkachtige groengebieden is een 7,3. Dat is ongeveer gelijk aan eerdere jaren. Amsterdammers waarderen het groen, maar noemen ook duidelijke aandachtspunten: onderhoud, zwerfafval, onveiligheid (vooral ’s avonds), voorzieningen (paden, zitplekken, prullenbakken, toiletten) en de wens voor meer rust en natuurlijke elementen.
Buurtgroen
Ruim de helft van de Amsterdammers maakt gebruik van het groen in hun buurt. Dit buurtgroen kunnen zij bereiken binnen 5 minuten lopen vanaf hun woning. Daarbij valt op dat ook kleinere, niet-officiële stukjes groen een rol vervullen, zoals pleinen met veel bomen, grasstroken naast wegen en natuurlijke oevers.
Inwoners zijn overwegend positief over het buurtgroen. De waardering voor de hoeveelheid buurtgroen is verbeterd. In 2024 is 14 procent ontevreden met de hoeveelheid groen in de woonomgeving, terwijl in 2018 nog 29 procent vond dat er onvoldoende buurtgroen was. Amsterdammers zijn minder vaak tevreden met de kwaliteit van het buurtgroen. Toch vinden de deelnemers vooral dat er meer groen bij moet komen, voordat aandacht gericht wordt op de kwaliteit en het onderhoud ervan.
De tevredenheid met het buurtgroen verschilt per gebied: in Centrum, Weesp, De Pijp, Rivierenbuurt, Oud-Oost, de Indische Buurt en Bijlmer-Oost zijn bewoners gemiddeld gezien minder tevreden over het groen in hun buurt. Over het algemeen zijn dit de gebieden met relatief weinig buurtgroen. Alleen Weesp valt op omdat daar wel veel buurtgroen is. Wel zijn in Weesp minder parkachtige gebieden te vinden, wat de perceptie van een groene buurt kan verminderen. Bewoners van Buitenveldert, Zuidas, Watergraafsmeer, Noord-Oost, Gaasperdam, Bos en Lommer en Osdorp zijn juist relatief tevreden met het groen in hun buurt.
Groepen die weinig groen gebruiken
Uit het onderzoek blijkt dat het gebruik en de waardering van groen sterk samenhangen met bepaalde sociaaldemografische kenmerken. Vooral Amsterdammers met een basisopleiding en gezinnen met kinderen (eenoudergezinnen in het bijzonder) maken aanzienlijk minder gebruik van groenvoorzieningen dan andere groepen. Deze verschillen zijn bovendien tussen 2018 en 2024 groter geworden. Ook jongvolwassen Amsterdammers, inwoners met een laag inkomen en Amsterdammers met een (Buiten-Europese) migratieachtergrond gebruiken het groen in de stad minder.
Deze Amsterdammers hebben ook minder vaak toegang tot een groene buitenruimte bij hun woning of zicht op groen vanuit hun woning. Daarnaast zijn ze minder bekend met de diensten die de gemeente biedt om te helpen bij vergroening. Tot slot hebben ze minder interesse in medebeheer van groen.
Jongvolwassenen, gezinnen met kinderen en Amsterdammers met een migratieachtergrond mijden vaker dan gemiddeld plekken in het groen vanwege gevoelens van onveiligheid. Gezinnen met kinderen ervaren daarnaast vaker dat ze een grote afstand moeten afleggen tot groen. Dit zouden redenen kunnen zijn voor deze groepen om hier minder gebruik van te maken.