In de stad blijven of verhuizen naar de regio
- Publicatie
- Hester Booi
- mei 2024
Waarom verhuizen steeds meer Amsterdammers naar de regio? De verklaring ligt voor een belangrijk deel bij de veranderende samenstelling van de bevolking van de stad. Dat ontdekte O&S-onderzoeker Hester Booi tijdens haar promotieonderzoek. Zij onderzocht de veranderingen en variaties in het verhuisgedrag van Amsterdammers. Daarnaast keek ze welke invloed dat gedrag heeft op de MRA.
Staying in the city or moving to the suburbs: changes and variations in residential mobility and impacts on metropolitan areas
Metropolitane regio’s in de westerse wereld ondergaan grote sociaaleconomische en ruimtelijke veranderingen in de huidige postindustriële tijd onder invloed van de groeiende kennisgerichte economie. Niet alleen steden groeien, maar ook de metropolitane regio’s als geheel.
Verhuisstromen van de stad naar de regio spelen een belangrijke rol in die veranderingen en de veranderingen zelf zorgen ook weer voor nieuwe verhuispatronen. Het doel van dit proefschrift was meer inzicht te krijgen in het vertrek uit de stad naar de regio, en na te gaan hoe de veranderingen in dit vertrek in de eerste twee decennia van de 21e eeuw deze metropolitane regio’s beïnvloeden.
De groei van steden sinds de eeuwwisseling, zowel economisch als in inwonertal, kan de indruk wekken dat er sprake is van een structurele toename van de voorkeur voor stedelijk wonen. Het is echter de vraag of er werkelijk sprake is van een verandering in woonvoorkeuren. Er zijn andere factoren, zoals demografische, sociaaleconomische en sociaalculturele veranderingen in de stedelijke bevolking die kunnen bijdragen aan veranderende verhuispatronen in stedelijke regio’s. Met name de groei van het aantal jonge, hoger opgeleiden in de samenleving, die vaak een meer stedelijke woonvoorkeur hebben, kan deze voorkeur sterker doen doorklinken.
In de gentrificatieliteratuur wordt de opkomst van het stadsgezin verbonden aan een sterke voorkeur om in de stad te blijven. Maar gezinnen met jonge kinderen zijn tegelijkertijd ook nog altijd de belangrijkste groep in het vertrek uit de stad. Het is dus de vraag of de groei van stedelijk georiënteerde gezinnen wel een gevolg is van sterkere oriëntatie op de stad, of dat er andere ontwikkelingen in de stedelijke populatie aan ten grondslag liggen.
Naast veranderingen in de samenstelling van de stedelijke bevolking speelt ook de woningmarkt, en met name het beschikbare woningaanbod, een rol in de verhuispatronen. Woonvoorkeuren resulteren niet altijd in verhuisgedrag; niet iedereen kan zijn of haar woonvoorkeuren realiseren omdat de gewenste woning niet beschikbaar, toegankelijk of betaalbaar is. Met name in stedelijke gebieden moeten huishoudens vaak moeilijke keuzes maken tussen de voorkeur voor (hoog)stedelijk wonen en de behoefte aan een grotere woning. Maar hoe verschillende huishoudentypen omgaan met deze beslissing is nog onderbelicht.
Gedurende de eerste twee decennia van de 21ste eeuw is de uitstroom van de stad naar de regio weer toegenomen. In tegenstelling tot de suburbanisatietrend in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw gaat deze nu gepaard met een groeiende stad die sterk beïnvloed is door gentrificatie. Dit vraagt om een nieuwe blik op deze huidige suburbanisatietrend die mogelijk samengaat met deze vergevorderde vorm van stedelijke gentrificatie.
De gentrificatieliteratuur beschrijft de verdringing van lage inkomens en de suburbanisatie van armoede als gevolg van de duurder wordende stad, maar het is niet altijd duidelijk of en in welke mate beide ontwikkelingen nog in elkaars verlengde liggen. Er is in ieder geval ook een aanzienlijke uitstroom van huishoudens met hoge inkomens uit de stad. Die uitstroom zou kunnen duiden op een uitbreiding van stedelijke gentrificatie in gebieden rondom de stad. Het vertrek uit de stad in de eerste twee decennia van de 21ste eeuw lijkt daarmee ook de gebieden rondom de stad sterk te beïnvloeden. Deze nieuwe vorm van suburbanisatie echter, gaat niet gepaard met een achteruitgang van de kernstad.