Verdiepende analyse Afval en Reiniging
- Publicatie
- mei 2025
De monitor afval en reiniging geeft jaarlijks een overzicht van hoe Amsterdam ervoor staat op het gebied van afval in de openbare ruimte. De monitor bevat drie typen indicatoren: metingen, meningen en meldingen. In deze verdiepende analyse verkennen we de onderlinge samenhang tussen die indicatoren op basis van correlatiecoëfficiënten.

Hoe schoon of vies Amsterdam is, meten we met de CROW-methodiek. Daarin krijgen vakken van 100 bij 100 meter voor verschillende indicatoren een score tussen A+ (heel schoon) tot D (zeer vies). De CROW-metingen van grof zwerfvuil hangen het sterkst samen met belevingsindicatoren. Op wijkniveau lijken die metingen dus het best in staat om de meningen over afval in de openbare ruimte te weerspiegelen.
Van de belevingsindicatoren toont de indicator ‘Aandeel bewoners dat de buurt (zeer) schoon vindt’ de grootste samenhang met de metingen. Met een correlatiecoëfficiënt van 0,59 over de jaren 2021 tot en met 2024, spreken we van een relatief sterke correlatie. Andere indicatoren hebben minder sterke correlatie met de metingen.
Schonere wijken doorgaans ook als schoner beoordeeld
Ruim een op drie Amsterdammers vindt de eigen buurt schoon of zeer schoon. De figuur hieronder laat zien dat wijken die als relatief schoon worden gezien ook meestal naar voren komen als schoner in de CROW-metingen van grof zwerfvuil. De curve in de figuur toont de gemiddelde verhouding tussen meting en beleving.
Verdere statistische analyse laat zien dat wanneer een wijk 1 procentpunt meer oppervlak heeft dat minimaal B scoort, het aandeel inwoners dat de buurt schoon vindt gemiddeld met 0,6 procentpunt toeneemt. Die analyse laat ook zien dat wanneer tegen de 100 procent van een wijk B of beter scoort, het verwachte aandeel bewoners dat de buurt schoon vindt tussen de 50 en 60 procent ligt. In het rapport komen ook de verschillen per stadsdeel aan bod.