Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Duurzaamheid en milieu in cijfers

In 2022 werd in Amsterdam 3.870 kiloton CO2 uitgestoten. Die uitstoot is sinds 2010 afgenomen. Amsterdamse woningen zijn steeds energiezuiniger en het gebruik van duurzame energie neemt toe. Maar slechts 14 procent van de Amsterdamse CO2-uitstoot wordt veroorzaakt door energieverbruik in de stad.

86 procent van onze CO2-voetafdruk ligt buiten de stad zelf. Dat komt doordat de winning van grondstoffen en de productie van consumptiegoederen vooral elders plaatsvindt. Het Amsterdamse materiaalgebruik zorgt ook voor andere verborgen kosten, zoals luchtvervuiling. Hoe staat het er verder voor op het gebied van duurzaamheid en milieu in Amsterdam?

Hoe hoog is de CO2-uitstoot in Amsterdam?

Sinds 2010 is de CO2-uitstoot in Amsterdam afgenomen. In 2022 werd er 3.870 kiloton uitgestoten. Dat is een afname van ruim 4 procent ten opzichte van een jaar eerder. Naar verwachting ligt de uitstoot in 2023 tussen de 3.540 en 3.650 kiloton.

De gemeente Amsterdam wil de CO2-uitstoot in 2030 met 60 procent hebben teruggedrongen ten opzichte van peiljaar 1990. In 2050 moet dat zelfs 95 procent zijn. De uitstoot is sinds 2010 gemiddeld met ongeveer 137 kiloton per jaar afgenomen. Om het doel van 2030 te bereiken moet de jaarlijkse daling ongeveer twee keer zo groot worden.

Behalve de uitstoot in de stad zelf zorgt het consumptiegedrag van Amsterdammers ook voor CO2-uitstoot buiten de stad. Sterker nog: 86 procent van de Amsterdamse CO2-voetafdruk ligt elders in de wereld. Dat komt deels door het transport van goederen naar de stad. Maar voornamelijk ook de winning van grondstoffen en de productie van goederen in het buitenland dragen hieraan bij.

Hoe gaat het met de energietransitie in Amsterdam?

Steeds meer gebouwen in Amsterdam zijn aardgasvrij. We kijken daarbij naar het aantal woningequivalenten: daaronder vallen woningen en gebouwen zonder woonfunctie. In maart 2024 waren 124 duizend woningequivalenten in Amsterdam aardgasvrij. Dat is 21 procent van alle woningequivalenten. Woningen hebben nu nog vaker een gasaansluiting dan panden die geen woondoel hebben. Maar juist onder woningen neemt het aantal gasverwijderingen toe dat niet het gevolg is van sloop.

In 2021 was 11 procent van de woningen in Amsterdam niet geïsoleerd. Maar er zijn flinke verschillen tussen de wijken. In de wijken in het centrum staan veelal oude woningen. In de wijken Burgwallen-Nieuwe Zijde, Grachtengordel-West, Grachtengordel-Zuid en Burgwallen-Oude Zijde is meer dan een kwart van de woningen niet geïsoleerd. In Centrum had ook maar 53 procent van de woningen in 2023 dubbelglas, terwijl het op stadsniveau om 71 procent gaat. Ook in bepaalde wijken in Zuid, zoals de Apollobuurt, Willemspark en de Rijnbuurt, zijn woningen minder vaak geïsoleerd en hebben ze minder vaak dubbelglas. In Nellestein in Zuidoost heeft slechts 7 procent dubbelglas.

In Amsterdam heeft 36 procent van de woningen energielabel B of hoger. Maar ook op dit vlak zijn er grote verschillen tussen de wijken. In de Houthavens heeft meer dan 90 procent zo’n hoog energielabel. In Zuid en Centrum zijn de woningen een stuk minder vaak energiezuinig. Ongeveer een op de vijf woningen in deze stadsdelen heeft label B of hoger. Het energielabel van 27 procent van de Amsterdamse woningen is onbekend.

In Amsterdam wordt steeds meer energie opgewekt uit hernieuwbare bronnen. Het grootste deel daarvan is duurzame elektriciteit. Die elektriciteit is afkomstig van afvalverbranding, zon en wind. Het aandeel zonnestroom neemt toe. Kwam in 2014 nog 1 procent van alle duurzame elektriciteit van zonnepanelen, in 2021 was dat aandeel gestegen naar 22 procent.

Het aantal woningen met een duurzame energie-installatie groeit de afgelopen jaren flink. Het gaat daarbij om zonnepanelen of een warmteterugwinningssysteem. In 2023 was 9 procent van de woningen hiermee uitgerust. Vier jaar eerder was dit nog maar 5 procent. In Weesp is het aandeel het hoogst: maar liefst 27 procent van de woningen is daar voorzien van een of beide van deze duurzame installaties. Maar in verschillende wijken in het centrum, Oud-West, De Pijp en de Bijlmer blijft het aandeel steken onder de 3 procent.

Hoe circulair is de Amsterdamse economie?

In een circulaire economie worden materialen zo lang en zo hoogwaardig mogelijk hergebruikt. Dat bespaart grondstoffen en energie en vermindert daardoor de CO2-uitstoot en de belasting van het milieu. In 2022 ging er in de Amsterdamse economie ruim 17 megaton nieuw, niet-hernieuwbaar materiaal om. Om de economie circulair te maken, moet die hoeveelheid teruggedrongen worden naar nul.

Het materiaalgebruik in de stad nam tussen 2020 en 2022 af na een stijging in de jaren daarvoor. Dat komt vooral doordat er minder fossiele grondstoffen de stad binnenkomen. In 2016 kwam er rond de 57 megaton aan fossiele brandstoffen binnen. Dat was in 2022 nog maar 47 megaton. Dat komt voor een belangrijk deel door de sluiting van de Hemwegcentrale. Maar de daling is ook een tijdelijk gevolg van de coronacrisis.

In totaal was er in 2022 ongeveer 35 megaton materiaal nodig voor de Amsterdamse economie. Minimaal 31 megaton daarvan komt uit het buitenland. Dat is ruim 89 procent. Van al het materiaal dat de stad binnenkomt, voeren we 57 procent door. De helft daarvan bestaat uit fossiele grondstoffen. Van de materialen die in de stad zelf blijven, gaat ruim de helft naar de industrie.

Wat zijn de milieukosten van het Amsterdamse materiaalgebruik?

In 2022 gaven huishoudens, bedrijven en de overheid in de stad ongeveer 29,9 miljard euro uit aan de eindconsumptie van materialen en producten. Dat is de prijs voor de materialen, de arbeid en de andere kosten die komen kijken bij de winning, de productie en het vervoer.

Maar het gebruik van materialen brengt ook nog verborgen kosten met zich mee. Dat komt door onbedoelde schadelijke effecten, zoals klimaatverandering en luchtvervuiling. De meeste verborgen kosten worden buiten Amsterdam en Nederland gemaakt. Bovenop de huidige 29,9 miljard komt er nog 26,7 miljard bij aan milieuschade en 5,6 miljard aan sociale kosten. Als we deze kosten zouden meerekenen in de marktprijs, dan zouden Amsterdammers ongeveer twee keer zo veel geld kwijt zijn aan hun spullen.

Hoe groot is de Amsterdamse ecologische voetafdruk?

De Amsterdamse ecologische voetafdruk valt ruim buiten de draagkracht van de planeet. De ecologische voetafdruk geeft inzicht in hoeveel land jaarlijks nodig is voor onze consumptie. Als iedereen zou leven zoals de gemiddelde Amsterdammer, dan zouden er 3,1 aardes nodig zijn. De Nederlandse voetafdruk is 3,6 keer zo groot als wat de aarde aankan.

De aankoop van nieuwe spullen heeft zo de grootste impact op de Amsterdamse voetafdruk. Daarnaast veroorzaakt het vlieggedrag een relatief groot deel van de impact vergeleken met het landelijk gemiddelde. Vooral een kleine groep vliegt heel veel. Wel consumeren Amsterdammers minder dierlijke producten dan gemiddeld in Nederland.

In 2022 gaven acht op de tien Amsterdammers aan zich enigszins zorgen te maken over het klimaat en duurzaamheid. Zo’n drie op de vijf inwoners hebben het idee dat hun gedrag invloed heeft op de klimaatverandering. De helft van de Amsterdammers geeft aan minder dierlijke producten te eten vanwege het klimaat en het milieu. Een ongeveer even grote groep zegt zo min mogelijk nieuwe spullen te kopen. Sommige inwoners kiezen ervoor om minder of niet meer met het vliegtuig op vakantie te gaan.