Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Onderzoek en Statistiek

Hoe groot is de CO2-voetafdruk van de gemeente Amsterdam?

Stel, je leest in het ene onderzoek dat in 2022 in Amsterdam 3.870 kiloton CO2 werd uitgestoten. Ergens anders staat dat in 2023 de uitstoot daalde tot 7 kiloton CO2. Is de CO2-uitstoot van de gemeente dan in een jaar met 3.863 kiloton afgenomen? Helaas niet. We hebben het hier over twee verschillende CO2-voetafdrukken: aan de ene kant over die van de gemeente ofwel de stad en aan de andere kant over die van de gemeentelijke organisatie. Wat is het verschil? En hoe staat het er eigenlijk voor in Amsterdam?

Wat is een CO2-voetafdruk?

De CO2-voetafdruk is de methode waarmee inzichtelijk gemaakt kan worden wie verantwoordelijk is voor welk deel van de CO2-uitstoot. Dit gebeurt wereldwijd aan de hand van het Greenhouse Gas Protocol.

Een CO2-voetafdruk kan je berekenen voor een persoon, een bedrijf of organisatie, een stad of een land. In het algemeen kun je dezelfde regels gebruiken, maar er zijn natuurlijk wel verschillen. Daarom heeft het Greenhouse Gas Protocol ook verschillende standaarden ontwikkeld, bijvoorbeeld voor op bedrijfsniveau of juist voor op stadsniveau. Op die manier berekenen bijvoorbeeld alle gemeenten wereldwijd op dezelfde manier hun CO2-uitstoot. Doordat iedereen hetzelfde protocol gebruikt, kunnen we ervoor zorgen dat alle partijen verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen CO2-emissies.

Welke verschillende Amsterdamse voetafdrukken berekenen we als gemeente?

De gemeente meet de CO2-voetafdruk van de stad Amsterdam. Die voetafdruk bestaat uit de totale CO2-emissie als gevolg van alle activiteiten van bewoners, bezoekers, ondernemers en andere instellingen binnen de stadsgrenzen van Amsterdam. Denk hierbij bijvoorbeeld aan emissies door energieverbruik van datacenters maar ook van ziekenhuizen, horeca en bewoners of aan uitstoot door voertuigen. We meten deze emissies om bij te houden of we onze doelstellingen gaan halen.

Daarnaast meten we de voetafdruk van de gemeentelijke organisatie. Die bestaat uit de CO2-emissies door alle activiteiten die de gemeente als zelfstandige organisatie onderneemt. Je kunt de gemeente in die zin ook zien als een bedrijf. Daarom berekenen we ook de CO2-emissies van de gemeentelijk organisatie.

Door de verschillende voetafdrukken te berekenen maken we inzichtelijk voor verschillende partijen waar hun verantwoordelijkheid zit. Door de voetafdruk van de gemeentelijke organisatie kunnen we op detailniveau bepalen welke directies veel ruimte hebben om hun CO2-uitstoot te verminderen. Met de CO2-voetafdruk op stadsniveau kunnen we kijken waar de meeste impact zit in de stad: bij de industrie, bij bewoners of bij instellingen. Hierdoor kan de gemeente Amsterdam gerichter maatregelen nemen.

Wat zijn scopes 1, 2 en 3?

Het Greenhouse Gas Protocol maakt onderscheid in hoeveel invloed de organisatie of stad heeft op de CO2-uitstoot. Dit onderscheid wordt weergegeven in ‘scopes’, oftewel invloedsferen. We onderscheiden drie scopes.

Onder scope 1-emissies verstaan we directe uitstoot door gebruik van bijvoorbeeld fossiele brandstoffen of aardgas. Scope 2-emissies zijn juist indirect en worden bijvoorbeeld veroorzaakt door energieverbruik bij opwekking van elektriciteit. Ten slotte verstaan we onder scope 3-emissies de indirecte uitstoot die vrijkomt in de productieketen bij het mijnen van grondstoffen of energieverbruik voor de productie en het vervoer van goederen. Onderstaande afbeelding geeft voorbeelden weer zowel voor de ‘stad’ als voor de ‘gemeentelijke organisatie’.

In die verschillende voetafdrukken zit wel overlap. Zoals het Greenhouse Gasprotocol voorschrijft, horen alle scope 1- en 2-emissies van bedrijven (zoals de gemeentelijke organisatie) ook onder de scope 1- en 2-voetafdruk van de stad Amsterdam.

Hetzelfde geldt voor scope 3-emissies. Als leveranciers rondrijden in de stad die producten leveren aan de gemeentelijke organisatie, valt dat onder de scope 3-voetafdruk van de gemeentelijke organisatie, maar ook onder de scope 1- en 2-voetafdruk van de stad.

Hoe groot zijn de voetafdrukken nu?

In de monitor circulaire economie laten we de verhoudingen zien tussen de uitstoot binnen de stad (scope 1 en 2) en de uitstoot buiten de grenzen van de stad (scope 3). Van de totale uitstoot vindt 80 procent buiten de grenzen van Amsterdam plaats. Uit de cijfers uit 2023 blijkt dat er binnen de stad ongeveer 3.400 kiloton CO2 wordt uitgestoten door grondstoffen en materialenconsumptie in Amsterdam en elders 13.000 kiloton.

In Amsterdam is het doel gesteld om 60 procent minder CO2 uit te stoten in 2030 en 100 procent reductie te bereiken in 2050 ten opzichte van de CO2-uitstoot in 1990. Het gaat daarbij om de scope 1- en 2-uitstoot van de stad. Daarnaast is het doel voor de gemeentelijke organisatie om een klimaatneutrale bedrijfsvoering in scope 1 en 2 te hebben in 2030.

Van de 3.400 kiloton die binnen de stad (inclusief het Afval Energie Bedrijf) werd uitgestoten in 2023 werd zo’n 7 kiloton CO2 uitgestoten door de gemeentelijke organisatie. Daarnaast stoot de gemeentelijke organisatie ruim 600 kiloton scope 3 CO2 uit. Dit valt voor een deel onder de 3.400 kiloton CO2 van binnen de stad en deels onder de 13.000 kiloton CO2 buiten de stad. Hoe dat precies verdeeld is, weten we niet.

Dat zit zo: als er CO2 binnen de stad wordt uitgestoten voor de productie van lampen of bureaus voor de gemeente dan tellen we dat op bij de scope 3-voetafdruk van de gemeentelijke organisatie. Maar deze uitstoot valt ook onder de scope 1- en 2-voetafdruk van de gehele stad. Als er producten buiten de stad worden gemaakt voor de gemeentelijke organisatie dan wordt dit gerekend tot scope 3 van de stad.

De CO2 scope 1- en 2-uitstoot in de stad is afgenomen over de tijd. In 2018 werd er nog zo’n 5.000 kiloton CO2 uitgestoten terwijl dit in 2023 3.400 kiloton was. De afname in de CO2-uitstoot komt met name door een afname van de uitstoot door elektriciteit. Dit is vooral het gevolg van de verandering in de elektriciteitsmix. Er wordt in Nederland steeds een groter deel van de elektriciteit op een hernieuwbare manier opgewekt.

In Amsterdam zorgen woningen, commerciële dienstverlening en verkeer voor ongeveer 70 procent van de CO2-uitstoot. Over tijd is de uitstoot door de publieke dienstverlening het meest afgenomen. Ook is een grote afname in CO2-uitstoot is te zien bij de commerciële dienstverlening en bouwnijverheid.

Ook de gemeentelijke organisatie stoot steeds minder CO2 scope 1 en 2 uit. Dat heeft te maken met een aanzienlijke verlaging in het gebruik van fossiele brandstoffen en een sterk afname van het aardgasverbruik. De scope 3 CO2-uitstoot van de stad daalt nog niet. Voor de gemeentelijke organisatie zijn er geen cijfers beschikbaar over de ontwikkeling in scope 3 CO2-uitstoot.