Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Waarom voelen veel bewoners in sommige buurten in Noord zich onveilig?

In vijf naoorlogse ontwikkelbuurten in stadsdeel Noord voelen relatief veel bewoners zich onveilig, terwijl er niet meer dan gemiddeld sprake is van criminaliteit. Het gaat om de buurten: Waterlandpleinbuurt, Molenwijk, Banne Noord, Banne Zuid en De Kleine Wereld. Om meer zicht te krijgen op de onveiligheidsbeleving in deze wijken, heeft OIS een onderzoek uitgevoerd. Hiervoor zijn groepsgesprekken gehouden met professionals van verschillende organisaties die de wijken en de bewoners goed kennen. Uit het onderzoek komt naar voren dat er voor alle onderzochte buurten samen overkoepelende oorzaken zijn aan te wijzen die ervoor zorgen dat bewoners zich relatief vaak onveilig voelen, maar dat het per buurt verschilt welke oorzaken de overhand hebben.

Jeugdoverlast

In alle buurten is sprake van jeugdoverlast: jongeren hangen op straat en veroorzaken hierbij overlast. Hierdoor voelen sommige bewoners zich onveilig. De overlast neemt verschillende vormen aan, variërend in heftigheid. Soms komen jongeren alleen op straat samen, maar het komt ook voor dat ze hierbij geluidsoverlast veroorzaken en rommel achterlaten. Soms worden bewoners geïntimideerd door jongeren. Vaak hebben overlastgevende jongeren een problematische thuissituatie en hebben ze geen plek om samen te komen met andere jongeren. Jeugdoverlast speelt vooral een rol in de Waterlandpleinbuurt, de Banne en Molenwijk.

Weinig sociale cohesie

Veel buurtbewoners kennen elkaar niet. Ze doen weinig samen en kunnen niet bij elkaar terecht. Deze lage sociale cohesie speelt vooral een rol in de Banne en in De Kleine Wereld. Er is weinig betrokkenheid richting de wijk en er zijn vaak ook weinig mogelijkheden om elkaar te ontmoeten. Verder hebben relatief veel bewoners zelf problemen, waardoor er weinig ruimte is om met de buurt bezig te zijn.

Problematiek onder en tussen bewoners

Armoede, schulden, laaggeletterdheid, psychische problematiek en huiselijk geweld: er speelt diverse problematiek onder relatief veel bewoners. Veel bewoners die met deze problematiek te maken hebben zitten in een soort overleefmodus, waardoor er weinig ruimte is voor hun omgeving of bijvoorbeeld de opvoeding van kinderen. Daarnaast worden kwetsbare huishoudens vaak bij elkaar in de buurt geplaatst en kunnen ze niet bij elkaar terecht. Problematiek onder bewoners speelt vooral een rol in de Waterlandpleinbuurt en in De Kleine Wereld. Ook is er sprake van problemen tussen bewoners, zoals spanningen tussen verschillende groepen bewoners of burenruzies.

Fysieke omgeving

De fysieke omgeving speelt ook een rol bij de onveiligheidsbeleving. Weinig of slechte verlichting zorgt voor veel donkere plekken, waardoor bewoners zich ’s avonds onveilig voelen. Hetzelfde geldt voor veel groen in de buurten: dat is weliswaar overdag een pluspunt van de buurten maar als dat slecht onderhouden wordt, zorgen hoge bosjes voor donkere plekken en weinig overzicht. Vooral in Molenwijk is dit het geval. Veel afval op straat zorgt voor een verloederde indruk en versterkt het onveiligheidsgevoel. Ook de manier waarop woningen gebouwd zijn speelt een rol: vaak zijn er op de begane grond garageboxen waardoor er niemand woont, een deel van de sociale controle valt hierdoor weg en het zorgt voor donkerte.

Criminaliteit

Criminaliteit speelt een minder grote rol in de onveiligheidsbeleving dan de andere factoren, maar komt wel voor. Door de lage meldingsbereidheid blijft een deel van de criminaliteit onderbelicht. Waarschijnlijk is er in de buurten dus meer sprake van criminaliteit dan uit de registratiecijfers blijkt. Ook is er een aantal heftige incidenten geweest, die nog lang blijven hangen bij bewoners.