Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Winkelgebieden in Amsterdam

Amsterdam telt meer dan honderd winkelgebieden. Hieronder vallen de Kalverstraat en de omliggende straten. Maar in de stad zijn ook kleine buurtcentra zoals het Lambertus Zijlplein in Nieuw-West. Daarnaast zijn er grote woon- en meubelboulevards aan de rand van de stad, zoals in Westpoort en Zuidoost.

In de Amsterdamse winkelgebieden vind je allerlei soorten verkooppunten. Verkooppunten zijn bijvoorbeeld winkels, maar ook kapperszaken, restaurants, musea en sauna’s. Een verkooppunt is dus een onderneming of instelling die producten of diensten aanbiedt in een publiek toegankelijke ruimte.

Amsterdamse winkelgebieden

In 2025 waren er volgens retailonderzoeksbureau Locatus in Amsterdam 14.374 verkooppunten, waarvan 5.172 in de detailhandelsbranche. Het aantal verkooppunten voor detailhandel is in de afgelopen jaren langzaam gedaald. De totale winkelvloeroppervlakte steeg eerst en daalt nu licht. Een deel van de kleine winkels is verdwenen. Winkels in het dagelijkse boodschappensegment, en dan met name supermarkten, zijn juist groter geworden.

De omvang van de verschillende winkelgebieden in Amsterdam varieert. De meeste verkooppunten vind je in winkelgebied Nieuwendijk/Damrak en de meeste detailhandelwinkels in Kalverstraat/Heiligeweg/Rokin. Ook winkelgebieden Haarlemmerstraat/Haarlemmerdijk, Kinkerstraat, Albert Cuypstraat, Amsterdamse Poort, De Negen Straatjes en Van Woustraat/Ceintuurbaan Oost hebben meer dan tweehonderd verkooppunten. Over het algemeen is de totale winkelvloeroppervlakte groot bij winkelgebieden met veel verkooppunten.

Niet overal worden dezelfde soort artikelen verkocht. Zo zijn er in de winkelgebieden in en rondom het centrum veel horecagelegenheden en verkooppunten voor souvenirs. Daarnaast worden er relatief veel mode- en luxeartikelen verkocht. Ook aanbieders van diensten, zoals kappers en fietsenmakers, zitten voornamelijk in en rondom het centrum.

Aan de andere kant zitten verkooppunten voor huishoudelijke artikelen en woon-, interieur- en tuinartikelen juist wat vaker buiten het centrum. Winkels voor dagelijkse producten zijn redelijk over de stad verspreid.

Leegstand

Afgelopen jaar is het aantal leegstaande verkooppunten in Amsterdam toegenomen. Op 1 januari 2025 stonden 686 verkooppunten leeg. Dat is 5 procent van het totaal aantal verkooppunten. Het aantal leegstaande verkooppunten nam tussen 2021 en 2023 af, nadat dat aantal tijdens de coronacrisis was toegenomen.

De meeste verkooppunten staan leeg in stadsdeel Centrum. Dat was voor de coronacrisis nog anders. In 2019 stonden er meer verkooppunten leeg in West en Zuid. Maar de leegstand steeg vanaf 2020 harder in Centrum dan in de andere stadsdelen. Relatief gezien is de leegstand het hoogst in Zuidoost; daar stond op 1 januari van dit jaar 12 procent leeg.

De hoogste leegstand vind je in winkelgebied Amsterdamse Poort. Daar staan nu 52 verkooppunten leeg. Dat winkelgebied is op dit moment in transformatie en moet meer gaan dienen als stadshart in plaats van alleen een winkelcentrum. Het aandeel leegstaande verkooppunten is het hoogste in winkelcentrum Magna Plaza. Daar staat al jaren veel leeg. Vooral na de coronacrisis is dat sterk toegenomen.

De leegstand nam het afgelopen jaar het meeste af in winkelgebied Ferdinand Bolstraat/Maria Heinekenplein. In 2024 stonden daar 14 verkooppunten leeg. In 2025 waren dat er nog 9. Relatief gezien nam de leegstand het meeste af op het Purmerplein. Leegstand kan afnemen doordat een verkooppunt gevuld wordt of omdat het verkooppunt verdwijnt, bijvoorbeeld omdat het een kantoor- of andere bedrijfsfunctie krijgt, zoals een tandartspraktijk of kinderopvang.

Rapportcijfer

Over het algemeen zijn Amsterdammers tevreden over de winkelgebieden. Zij beoordelen het Gelderlandplein het positiefst. Dat winkelgebied krijgt een 8,5 als algemeen rapportcijfer. Winkelgebied Delflandplein krijgt het laagste rapportcijfer: een 5,6. Verder scoort het Lambertus Zijlplein een 5,9. Bewoners zijn vooral ontevreden over de veiligheid en de sfeer in deze winkelgebieden en het uiterlijk ervan. Alle andere winkelgebieden krijgen hoger dan een 6.

Niet alle winkelgebieden scoren op alle aspecten even goed. Zo krijgen winkelgebieden buiten het centrum over het algemeen een lager rapportcijfer voor hun aanbod van daghoreca. Winkelgebieden in Centrum, Oost en Zuid scoren op vaak op veel verschillende aspecten goed, zoals het aanbod en de sfeer. Aan de andere kant krijgen de winkelgebieden aan de randen van de stad vaak een beter cijfer voor het parkeeraanbod. Het Gelderlandplein is een van de weinige winkelgebieden die op alle aspecten goed scoort.

Koopkrachtoriëntatie

Sommige Amsterdammers doen hun boodschappen vlakbij hun woning. Anderen doen dat juist een eindje verderop. De koopkrachtoriëntatie zegt iets over waar inwoners hun aankopen doen: in hun eigen gebied of stadsdeel, elders in Amsterdam of buiten de stad.

Koopkrachtbinding is een maat om het belang van winkels voor de eigen bewoners in een gebied te bepalen. Het koopkrachtbindingspercentage is het aandeel huishoudens dat in het eigen gebied winkelt of boodschappen doet. Een hoog koopkrachtbindingspercentage houdt in dat veel bewoners in het eigen gebied winkelen. Een laag percentage betekent dat weinig bewoners in het eigen winkelgebied winkelen maar dat juist in een ander gebied doen.

Veel Amsterdammers doen hun dagelijkse boodschappen in hun eigen gebied. In Oud West, de Baarsjes doet 91 procent van de inwoners ook in dat gebied de dagelijkse boodschappen. Ook veel inwoners van de De Pijp, Rivierenbuurt blijven in hun eigen gebied voor de boodschappen. In Bijlmer-West doet slechts 7 procent dat. Dat komt omdat dit een voormalig bedrijven- en kantorenterrein is dat nu wordt omgezet naar een woongebied. Er zijn daardoor op dit moment nog weinig voorzieningen.

Voor de niet-dagelijkse boodschappen gaan Amsterdammers vaker ergens anders heen. Ook bestellen veel mensen hun spullen online. Dat geldt vooral voor inwoners van Bijlmer-Oost en Slotervaart. Inwoners van Centrum-West blijven wel relatief vaak in het eigen gebied; zij wonen vlakbij de Kalverstraat en omliggende straten. 41 procent van hen blijft in het eigen gebied voor de niet-dagelijkse aankopen.