Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Betaalbaarheid gezonde voeding

Om de kansen op een goede gezondheid te vergroten is het belangrijk dat Amsterdammers gezond eten. In opdracht van de GGD heeft O&S een verkennend onderzoek uitgevoerd naar de aard en omvang van de groep die problemen heeft met de betaalbaarheid van gezonde voeding in Amsterdam.

Hoeveel Amsterdammers geen gezonde voeding kunnen betalen kunnen we niet aangeven: dit hangt niet alleen samen met inkomen en schulden, maar vooral met vaste lasten en keuzes die mensen maken met hun schaarse middelen. Wel kunnen we inzicht geven in de groep die risico heeft op problemen met de betaalbaarheid van gezonde voeding. We verkennen dit op twee manieren:

  1. door middel van data-analyses, om inzicht te geven in de omvang en kenmerken van de groep die waarschijnlijk moeite heeft om gezonde voeding te bekostigen;
  2. met een enquête, waarmee we ons richten op de afwegingen van Amsterdammers met betrekking tot het kopen van voeding.

Een op negen Amsterdammers in financieel kwetsbare positie: 100.000 inwoners

Aan de hand van gegevens over kwetsbaarheid, hoge woonlasten en problematische schulden hebben we in kaart gebracht welke groepen Amsterdammers te maken hebben met een financieel kwetsbare positie, en daarmee waarschijnlijk moeite hebben om gezonde voeding te betalen. Met de data over kwetsbaarheid en over problematische schulden kunnen we de omvang van de groep bij benadering aangeven. In Amsterdam zijn er bijna 100.000 inwoners in een (meest) kwetsbare positie en ruim 50.000 huishoudens met problematische schulden. Deze groepen overlappen, maar we weten niet in welke mate.

Verder geven de verschillende bronnen inzicht in de belangrijkste risicogroepen. Zo komen eenoudergezinnen steeds naar voren als een zeer kwetsbare groep:

  • 19 procent van de personen in eenoudergezinnen behoort tot de (meest) kwetsbaren;
  • zij besteden gemiddeld 37 procent van het inkomen aan woonlasten;
  • 24 procent heeft problematische schulden.

Ook paren met kinderen zijn vaker dan gemiddeld financieel kwetsbaar, al is dat in mindere mate het geval. Maar we kunnen wel concluderen dat huishoudens met kinderen relatief vaak financieel kwetsbaar zijn en daarmee waarschijnlijk vaker moeilijk gezonde voeding kunnen betalen. Daarnaast zien we vooral dat de hoogte van het inkomen een grote rol speelt. Huishoudens met lage inkomens hebben vaker dan gemiddeld problematische schulden, relatief hoge woonlasten en personen in deze huishoudens hebben te maken met een stapeling van problemen zoals de kwetsbaarheidsscore laat zien. Hoewel het Nibud in 2019 concludeerde dat alle Amsterdamse minimahuishoudens in principe gezond voedsel zouden moeten kunnen betalen – mits ze geen schulden hebben en goed kunnen omgaan met geld. Dit was bovendien voordat de energieprijzen stegen en de inflatie, met name van voedselproducten, bleef oplopen. De voorwaarden voor betaalbaarheid van gezonde voeding zijn met andere woorden niet meer en niet voor iedereen aanwezig.

Amsterdammers met laag inkomen eten minder vaak gezond vanwege de kosten

De betaalbaarheid en consumptie van gezonde voeding hangt behalve met inkomen, schulden en vaste lasten af van keuzes en persoonlijke omstandigheden (kennis, tijd, boekhouding en stress). Deze onderwerpen stonden centraal in de enquête onder Amsterdammers. Deze enquête laat zien dat inkomen de belangrijkste factor is waarmee de betaalbaarheid en consumptie van gezonde voeding samenhangt. Andere achtergrondkenmerken zoals geslacht, leeftijd, huishoudsamenstelling of leeftijd van de kinderen leiden tot minder grote verschillen in de reacties op de vragen.

Van de respondenten ervaart 18 procent een (zeer) lage voedselzekerheid, dat wil zeggen dat zij in financiële en materiële zin onvoldoende toegang hebben tot het eten dat nodig is. Onder de respondenten met een laag inkomen heeft 47 procent daarmee te maken. Dat blijkt onder anderen uit het feit dat een derde van deze respondenten soms, en 23 procent zelfs vaak heeft meegemaakt dat er niet genoeg geld was om een gezonde maaltijd te eten. Dat is veel meer dan onder de totale groep (14 procent soms en 8 procent vaak). Alarmerend is daarnaast dat 40 procent aangeeft minder te eten of een maaltijd over te slaan omdat er niet genoeg geld voor eten is (onder de totale groep is dit 13 procent). Voor de meerderheid van de respondenten met een laag inkomen gebeurt dit bijna elke maand (55 procent), bij 38 procent vaker.

Verder zien we dat respondenten met een laag inkomen relatief minder vaak gezond eten: ze eten minder groente en drinken vaker drankjes met suiker dan andere respondenten. De reden hiervoor is voornamelijk financieel, want respondenten met een laag inkomen geven aan dat zij gezonder zouden eten als ze meer financiële middelen zouden hebben. Respondenten met een laag inkomen geven twee keer minder geld uit aan boodschappen elke week dan andere respondenten, ook als we rekening houden met de aanwezigheid van kinderen.

De afwegingen bij het kiezen en kopen van voedselproducten verschillen op enkele onderdelen tussen de respondenten met een laag inkomen en de totale groep. Voor alle respondenten is betaalbaarheid een van de belangrijkste kenmerken bij het kiezen en kopen van voedselproducten. Ook dat het goed is voor de gezondheid wordt vaak genoemd. Maar we zien dat respondenten met een laag inkomen dit iets minder vaak belangrijk vinden, en het veel minder vaak belangrijk dat zij of hun partner het eten lekker vinden dan de totale groep respondenten. Verder noemen zij het milieu minder vaak als een van de belangrijkste kenmerken bij het kiezen en kopen van voedselproducten. Veel respondenten hebben gereageerd op de vraag hoe de gemeente kan helpen om gezonder te eten. Hun reacties maken duidelijk dat de behoefte om gezond te eten er is, maar dat de kosten ervan de belangrijkste belemmering vormen. Kosten van gezonde voeding verlagen (door de btw te verlagen) of (financiële) steun om gezonde voeding te kopen worden veel genoemd. Ook aan de aanbodkant worden tips gegeven, al geven velen aan dat de bevoegdheden van de gemeente op dit terrein beperkt zijn.