Materialen in Amsterdam 2020
- Publicatie
- maart 2023
De doelstelling van het circulaire beleid om 50 procent minder nieuw niet-hernieuwbaar materiaal in 2030 te gebruiken kan alleen gehaald worden als er een verandering in de huidige trend plaatsvindt. Dan moet er jaarlijks 1,1 miljard kg minder materiaal in de Amsterdamse economie gebruikt worden.
Er gaat veel materiaal om in de Amsterdamse economie. De Amsterdamse economie groeit harder dan het materiaalgebruik, ook al volgen de economische groei en het materiaalgebruik voor de gehele economie wel dezelfde trend. Dit heeft te maken met het feit dat de dienstverlenende sectoren een grote rol spelen in de Amsterdamse economie. De Amsterdamse Haven heeft een grote rol in het doorvoeren van materiaal. Het materiaalverbruik in de stad zelf is zo’n 40 procent van al het materiaal dat in de Amsterdamse economie omgaat. Dus bijna 60 procent van het materiaal verlaat ook weer de stad.
Van alle productgroepen wordt in Amsterdam vooral veel zout, zand, grind en klei gebruikt voor de uitbreiding en bouw van grote projecten in de stad. Daarnaast zijn voedsel en fossiele brandstoffen productgroepen die in grote mate in de stad verbruikt worden. Dit heeft te maken met het feit dat het productgroepen zijn die dagelijks gebruikt of aangeschaft worden. Daarnaast zijn niet alleen de Amsterdammers zelf de gebruikers maar ook bezoekers en toeristen die via dienstverlening gebruik maken van voedsel en brandstoffen.
Consumptiegoederen zoals elektronische apparaten, textiel en kleding en meubels maken een klein deel uit van het totale materiaalgebruik, maar hebben per kilogram gewicht een aanzienlijke milieu-impact. Het is dan ook belangrijk om de consumptie van dit soort productgroepen over tijd te volgen. In het artikel ‘De milieu-effecten van materiaalgebruik in Amsterdam, 2023’ wordt de milieu-impact van het materiaalgebruik in Amsterdam uitvoerig besproken.