Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Monitor Groen 2022

De gemeente zet in op groen dat bijdraagt aan opgaven op het gebied van sociaal welzijn, gezondheid, klimaatadaptatie en natuur. De ambitie is om de stad zo te vergroenen dat er genoeg divers, waardevol en toegankelijk groen is voor iedereen. Deze visie staat beschreven in de Groenvisie 2020-2050 en de Omgevingsvisie 2050.

Downloads

In opdracht van Ruimte & Duurzaamheid brengt O&S met de Monitor Groen het groen in Amsterdam voor het eerst integraal in kaart. Deze eerste publicatie vormt het startpunt voor periodieke monitoring van het groen in de gemeente Amsterdam. In deze monitor wordt niet alleen de hoeveelheid groen in kaart gebracht, maar ook de potentiële waarde van dat groen voor sociaal welzijn, gezondheid, klimaatadaptatie en natuur geschetst.

Toename groen in bewoonde gebieden, afname aan de randen door woningbouw

Het landoppervlak van de publieke buitenruimte in Amsterdam bestaat voor 61 procent uit groen. Op 1 januari 2023 gaat dit om 8.240 hectare. Het publieke groen bestaat uit agrarisch groen (35 procent), natuurlijk groen (26 procent), buurtgroen (23 procent) en recreatief groen (16 procent). De stad verdicht en de druk op de publieke ruimte en het groen neemt toe. In de afgelopen vijf jaar zien we een kleine afname van het aandeel groen in de publieke ruimte. Dit is onder andere te verklaren door twee grote woonwijken, gebouwd op gebieden die daarvoor als agrarisch groen optelden. Er zijn uiteenlopende trends zichtbaar in het aandeel groen in verschillende gebieden in de stad. Zo neemt het buurtgroen in de dichtbevolkte gebieden van de stad over het algemeen toe, waar dit aan de buitenranden veelal afneemt.

Vooral stadsparken kunnen een brede bijdrage leveren

De Monitor Groen brengt in kaart in welke mate groengebieden in de stad het sociaal welzijn en de gezondheid van bewoners potentieel zouden kunnen faciliteren, evenals hun mogelijke bijdrage aan de natuur en klimaatadaptatie van de stad. Dit wordt bereikt door de kenmerken van de verschillende soorten groengebieden in de stad te beschrijven en met elkaar in verband te brengen. Groengebieden zijn op elk van de vier waarden een index toegekend, gebaseerd op de kenmerken van het groengebied.

Hieruit blijkt dat stadsparken, in vergelijking tot andere type groengebieden, relatief veel potentie hebben om sociaal welzijn, gezondheid, klimaatadaptatie en natuur te faciliteren. Ook stadsplantsoenen tonen een relatief grote potentiële waarde op deze vier dimensies, maar kunnen vooral sterk bijdragen aan het sociaal welzijn en de gezondheid van gebruikers. Dit geldt ook voor de groene verbindingen in de stad, hoewel deze niet specifiek ingericht zijn om bezoekers aan te trekken. De overige groengebieden laten een meer eendimensionale bijdrage zien. Zo hebben natuurparken, in lijn met de verwachting, vooral potentie om bij te dragen aan de natuur, maar hebben daarnaast ook potentie om bij te dragen op het gebied van klimaatadaptatie. Tuinparken scoren met name hoog op de sociaal welzijnsindex en sportparken lijken logischerwijs belangrijk voor de waarde gezondheid. Groengebieden getypeerd als landschap dragen in potentie voornamelijk bij aan de natuur.